Vak 1 

  Afzender (vak 1) / Afzender

De afzender is de contractuele wederpartij, de opdrachtgever, van de vervoerder. Vaak is de afzender een “echte” verlader, bijvoorbeeld een  fabriek of een groothandel. Maar ook een vervoerder of een expediteur kan als afzender (opdrachtgever) optreden.

De afzender mag niet verward worden met de aflader. De aflader is slechts het adres waar de goederen moeten worden opgehaald.  Juridisch heeft hij geen betekenis; hij is geen partij bij de vervoerovereenkomst. Natuurlijk kan het aflaadadres waar de goederen geladen  moeten worden het adres van de afzender zijn, maar dat hoeft niet (zie ook hieronder bij ‘aflader’).

De afzender heeft rechten en plichten. Deze zijn, behalve in de CMR , ook vastgelegd in de AVC (die door verwijzing op de vrachtbrief  aanvullend op de CMR van toepassing zijn).

Zo is de afzender onder andere verplicht de vrachtbrief volgens de daarop voorkomende aanwijzingen volledig en naar waarheid in te  vullen. Ook moet hij ervoor zorgen dat de goederen op de afgesproken tijd en plaats ter beschikking van de vervoerder worden gesteld,  vergezeld van de vrachtbrief en eventueel van de afzender door de wet vereiste overige documenten. Voorts is de afzender gehouden de  goederen in of op het voertuig te laden en te doen lossen, tenzij vervoerder en afzender anders zijn overeengekomen of wanneer vanwege  de aard van het vervoer, de goederen of het vervoermiddel anders moet worden gehandeld. En tot slot is de afzender verplicht de vracht te  betalen. (Let op: niet alle verplichtingen zijn hier vermeld).

De afzender heeft het recht over de goederen te beschikken totdat de geadresseerde te kennen geeft de goederen in ontvangst te willen  nemen en/of de vervoerder de goederen aan de geadresseerde aflevert. Tijdens het vervoer kan de afzender dus bijvoorbeeld (tegen  vergoeding van kosten) het afleveradres wijzigen. Voor instructies tijdens het vervoer moet de vervoerder zich tot de afzender wenden, niet  tot de geadresseerde.

Ingeval van schade of vermissing is de afzender gerechtigd een claim in te dienen (voor zover hij daadwerkelijk schade heeft geleden).

De aflader

Het komt regelmatig voor dat de afzender wordt verward met de aflader. De aflader is niets meer of minder dan het adres, waar de  vervoerder zijn goederen moet laden. Dit kan natuurlijk bij de afzender zelf zijn, maar dat zal niet altijd het geval zijn. Het laadadres wordt  ingevuld in vak 4, ‘plaats en datum inontvangstneming’, van de CMR/AVC-vrachtbrief of ‘plaats en datum afzending’ op de AVC-vrachtbrief.

De aflader staat buiten de vervoerovereenkomst. Hij hoeft geen vracht te betalen, hij kan geen instructies geven en moet vooral niet als  afzender op de vrachtbrief tekenen. Wel kan de aflader onder toevoeging van het woord: ‘namens’ (de afzender) de vrachtbrief tekenen.

Opmerking: Als de aflader zich (abusievelijk) in de vrachtbrief als afzender vermeldt, wordt de aflader ten onrechte beschouwd als afzender.  Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat niet de eigenlijke afzender om instructies wordt gevraagd, maar de aflader. Ook kan de aflader zo  betrokken worden bij het oplossen van verkeerde belading / stuwing / overbelading.

Voorbeeld:

Een vervoerder krijgt van de firma Glashelder opdracht een partij glazen te laden bij glasfabriek Glazius te Leerdam en af te leveren bij B. Rekebeen te Rotterdam. Afzender is Glashelder, aflader is de glasfabriek Glazius. De aflader kan de vrachtbrief aftekenen: “Glazius namens  Glashelder”. Als de vervoerder vervolgens bij B. Rekebeen aankomt en niet tot aflevering kan overgaan, moet hij zich voor instructies  wenden tot de afzender, Glashelder.

Vak 2

Geadresseerde (vak 2) / Aan

In dit vak moet de geadresseerde worden ingevuld. De geadresseerde is degene voor wie de goederen bestemd zijn, bijvoorbeeld de koper  van een partij tuinmeubelen.

De geadresseerde wordt partij bij de vervoerovereenkomst wanneer de vervoerder het voor hem bestemde deel van de vrachtbrief  overhandigt of de geadresseerde bij aankomst te kennen geeft de goederen in ontvangst te willen nemen. De geadresseerde kan nu over de  goederen beschikken, de afzender verliest dit recht. Dat heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de vervoerder instructies aan de geadresseerde  moet vragen.

Als contractpartij kan ook de geadresseerde een ladingclaim indienen. De vervoerder hoeft natuurlijk niet aan afzender én geadresseerde te  betalen. Het gaat erom wie werkelijk schade heeft geleden.

Het losadres komt niet altijd overeen met dat van de geadresseerde. Het losadres is niets meer en minder dan het adres waar de goederen  moeten worden gelost. Dit adres wordt ingevuld in vak 3, ‘plaats bestemd voor aflevering’ , van de CMR/AVC vrachtbrief of ‘afleveringsadres’  op de AVC-vrachtbrief.

Vak 3

Plaats bestemd voor aflevering (vak 3) / Afleveringsadres


Het afleveradres is het adres waar de goederen fysiek moeten worden afgeleverd. Soms zal dit adres hetzelfde zijn als dat van de geadresseerde, maar dat behoeft zeker niet het geval te zijn. De koper van de partij tuinmeubelen kan deze bijvoorbeeld gedurende de winter op laten slaan in een gehuurde loods. Hoe nauwkeuriger de omschrijving van de plaats van aflevering, hoe preciezer de vervoerder moet afleveren. Is alleen het adres vermeld, dan kan de vervoerder het daar 'aan de deur' afleveren.

Als de feitelijke ontvanger de vrachtbrief ondertekent, moet hij dit namens de geadresseerde doen.

Vak 4

Plaats en datum inontvangstneming (vak 4) / Plaats en datum afzending

Het moment van inontvangstneming is om vier redenen van belang:

  • De datum van inontvangstneming (afzending) geeft aan wanneer de vervoerder de goederen in ontvangst neemt. Het is belangrijk dat men zich realiseert dat de verantwoordelijkheid (aansprakelijkheid) van de vervoerder aanvangt op het moment dat hij de goederen ten vervoer in ontvangst neemt (en de vrachtbrief tekent). Hij heeft dan dus nog geen meter gereden.

  • Een eventuele schadevergoeding in verband met verlies of beschadiging van goederen wordt berekend naar de waarde van de goederen op de plaats en het tijdstip van inontvangstneming. Is er bijvoorbeeld schade ontstaan aan een zending antieke meubelen tijdens het vervoer van Hongarije naar Nederland, dan wordt de schadevergoeding berekend op grond van de waarde die de meubelen op moment van inontvangstneming in Hongarije hadden. Behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid kan de schadevergoeding op grond van de CMR echter niet méér bedragen dan 8,33 SDR per kilogram brutogewicht. Dit komt neer op ongeveer € 9,50 per kilogram, afhankelijk van de koers van de SDR (de exacte koers vindt u via een link op onze website: www.sva.nl). Naast de schadevergoeding zullen ook vrachtprijs (voor het beschadigde/verloren deel van de lading) en eventuele douanerechten en andere kosten, die speciaal voor dit vervoer waren gemaakt, door de vervoerder moeten worden terugbetaald. Bij uitsluitend binnenlands vervoer geldt dat een eventuele schadevergoeding wordt berekend naar de waarde die de goederen ter bestemming zouden hebben gehad, maar dit zal doorgaans niet veel afwijken van de waarde op de plaats en het tijdstip van inontvangstneming.De aansprakelijkheidslimiet bij binnenlands vervoer bedraagt € 3,40 per kilogram.

  • De vervoerder moet de goederen zonder vertraging afleveren. Dat wil zeggen, hij moet de goederen binnen een redelijke termijn of binnen de afgesproken termijn afleveren. De vervoerder is bij CMR-vervoeraansprakelijk voor vertragingsschade tot ten hoogste het bedrag van de vrachtprijs. Bij uitsluitend binnenlands vervoer bedraagt de maximale aansprakelijkheid van de vervoerder voor vertragingsschade eveneens eenmaal de vrachtprijs, tenzij schriftelijk een aflevertermijn is overeengekomen. In dat geval is de maximale schadevergoeding beperkt tot tweemaal de vrachtprijs.

  • Het moment van inontvangstneming kan een rol spelen in het kader van verjaring. Op grond van de CMR verjaren vorderingen door verloop van een jaar, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid; dan geldt een verjarings- termijn van drie jaar.


    De verjaring loopt:

  1. in geval van gedeeltelijk verlies, beschadiging of vertraging, vanaf de dag dat de goederen zijn afgeleverd

  2. in geval van volledig verlies, vanaf de dertigste dag na afloop van de bedongen termijn, of, bij gebreke daarvan, vanaf de zestigste dag na inontvangstneming van de goederen door de vervoerder

  3. in alle andere gevallen, vanaf drie maanden na sluiting van de vervoerovereenkomst. Bij uitsluitend binnenlands vervoer geldt als hoofdregel dat elke vordering in verband met de vervoerovereenkomst verjaart door verloop van één jaar. Het moment waarop de verjaring aanvangt hangt af van de vordering. Dit is gedetailleerd geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Als veilige vuistregel geldt: ga er vanuit dat de verjaringstermijn van één jaar aanvangt vanaf de dag waarop de vervoerovereenkomst werd gesloten.

Om precies te bepalen wanneer de verjaringstermijnen van verschillende vorderingen aanvangen, is het verstandig een juridisch adviseur te raadplegen.

Vak 5

Bijgevoegde documenten (vak 5) * vak ontbreekt op AVC-vrachtbrief


De afzender moet samen met de vrachtbrief eventuele andere benodigde documenten aan de vervoerder overhandigen. In vak 5 wordt ingevuld welke documenten het betreft. De instructies met betrekking tot de documenten worden opgenomen in vak 13 (Instructies).

Vaak zal het gaan om douanedocumenten. Ontbreken de benodigde documenten of zijn deze onjuist of onvolledig, dan is de afzender aansprakelijk voor de schade. Treedt er bijvoorbeeld vertraging op aan de grens omdat de douane- papieren ontbreken of niet correct zijn ingevuld, dan is de vervoerder hiervoor niet aansprakelijk.

De vervoerder hoeft de juistheid en de volledigheid van de documenten niet te onderzoeken. Wel wordt van hem als vervoerspecialist verwacht, dat hij de afzender waarschuwt als duidelijk is dat er iets mis is, bijvoorbeeld als er een document ontbreekt.

De vervoerder is op zijn beurt aansprakelijk voor schade door verlies van de documenten. Onder verlies wordt ook verstaan beschadiging van de documenten, zoals onleesbaar worden, bijschrijvingen, falsificaties, enz. Verlies van een bepaald document kan gemakkelijk worden aangetoond door middel van de vrachtbrief (ondertekend door de vervoerder), waarop het document is vermeld.

Daarnaast is de vervoerder aansprakelijk voor onjuiste behandeling van de documenten. Hij moet bijvoorbeeld de documenten overhandigen aan de douane en de daarbij behorende formaliteiten vervullen. Ook is hij uiteraard gehouden de instructies van de afzender strikt op te volgen (denk aan vak 13, Instructies). Doet hij dit niet, dan kan dit een flinke schadepost opleveren. De schade kan echter ook in dit geval niet hoger bedragen dan de schadelimiet bij totaal verlies van de zending.

Onder 'bijgevoegde documenten' vallen naast douane- documenten, gezondheidscertificaten e.d., ook paklijsten. Paklijsten worden vaak gebruikt als er veel verschillende goederen aan de geadresseerde moeten worden afgeleverd. Voor dergelijke zendingen is een speciale vrachtbrief ontworpen, met een aangehechte 'envelop' voor de paklijst. Voorwaarde voor het gebruik van de paklijst in aanvulling op de vrachtbrief is dat op de paklijst wordt verwezen naar het unieke nummer op de bijbehorende vrachtbrief en op de vrachtbrief naar de bijbehorende paklijst. 

Vak 6 t/m 12

Omschrijving van de goederen (vak 6 t/m12) / Goederenomschrijving

De afzender is (onder andere) verantwoordelijk voor de volgende aanduidingen in de vrachtbrief:

  1. merken en nummers van de colli (vak 6)

  2. aantal colli (vak 7)

  3. wijze van verpakking (vak 8)

  4. aard van de goederen (vak 9) / soort

  5. statistisch nummer (vak 10)

  6. bruto gewicht (vak 11) of 

  7. volume in m3 (vak 12 )

Aantal colli

Het aantal colli is van belang in verband met de controleverplichting (en dus de aansprakelijkheid) van de vervoerder. Stemt het aantal colli dat door de vervoerder in ontvangst wordt genomen niet overeen met de vrachtbrief, dan moet dit worden aangetekend op de vrachtbrief.

Ook het aantal colli dat wordt afgeleverd moet uiteraard overeenstemmen met het aantal dat op de vrachtbrief is vermeld. Voor een eventueel manco kan de vervoerder aansprakelijk zijn.

Wijze van verpakking

De wijze van verpakking is onder andere van belang in verband met beschadiging van de goederen. De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade aan de goederen als die schade is veroorzaakt door ontbreken of gebrekkigheid van de verpakking, terwijl die goederen gezien hun aard voldoende verpakt hadden moeten zijn. Met andere woorden, een vervoerder hoeft geen schade te vergoeden voor een zending duur serviesgoed dat losjes in dozen gestapeld ten vervoer werd aangeboden.

Aard van de goederen / Soort

De aard van de goederen is van belang, zeker als het gaat om gevaarlijke stoffen. Om het vervoer correct (volgens ADR-voorschriften) te kunnen uitvoeren, moet de vervoerder op de hoogte zijn van de (gevaarlijke) aard van de goederen die hij vervoert. Als de afzender de vervoerder verkeerd informeert, loopt hij het risico aansprakelijk te zijn voor alle schade die de vervoerder door de verkeerde informatie heeft geleden, dus ook voor gevolgschade, milieuschade e.d. Aldus kan het schadebedrag in de miljoenen lopen.

Stel, een vat met een totaal andere inhoud dan op de vrachtbrief is aangegeven explodeert door verkeerde behandeling bij het lossen (er wordt gelost door de vervoerder, onder zijn verantwoordelijkheid).Dit heeft een enorme ravage op en rond het dock tot gevolg, er breekt brand uit, omliggende bedrijven moeten worden geëvacueerd.De vervoerder is in dit geval niet aansprakelijk voor de schade, omdat de afzender niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht.

* Vrachtbrieven met aangehechte enveloppe kunnen voor zowel internationaal als nationaal vervoer worden gebruikt.

Brutogewicht

Het brutogewicht speelt een belangrijke rol bij het vaststellen van de maximale aansprakelijkheid van de vervoerder. Is de vervoerder aansprakelijk, dan bedraagt de maximale schadevergoeding 8,33 SDR per kilogram brutogewicht (behoudens in geval van opzet en bewuste roekeloosheid). Dit komt overeen met ± €9,50,- afhankelijk van de koers van de SDR (zie voor de actuele koers de link op www.sva.nl). Bij uitsluitend binnenlands vervoer geldt een limiet van 
€3,40 per kilogram brutogewicht. Voor gevolgschade, zoals bedrijfsstilstand, is de vervoerder niet aansprakelijk.

Daarnaast is het brutogewicht uiteraard van belang voor de keuze en de belading van het voertuig. Daarom is de afzender op grond van de AVC verplicht het gewicht op te geven en moet de vervoerder het laadvermogen opgeven. Dit voor zover het laadvermogen relevant is voor de afzender. Als de vervoerder een doosje CD's moet meenemen is het laadvermogen niet relevant voor de afzender.

Op grond van de AVC is het de afzender die goederen laadt (doet laden), stuwt en lost (doet lossen), tenzij:

  • anders is overeengekomen of

  • door de aard van de goederen of het voertuig anders moet worden gehandeld (denk bijvoorbeeld aan het vervoer van pakketten, waardetransport). 

Vak 13

Instructies (vak 13) / opmerkingen

        

Onder instructies (van de afzender) vallen allerlei bijzonderheden met betrekking tot het transport. Denk aan instructies als 'temperatuur -18o C continu', 'vóór aflevering afzender bellen', instructies met betrekking tot douane- documenten, enz. (zie ook vak 5, Bijgevoegde documenten). Voor de afzender geldt dat hij tijdig duidelijke instructies moet geven zodat de vervoerder zich kan voorbereiden; voor de vervoerder geldt dat hij zich aan de instructies moet houden. 

Vak 14

Frankeringsvoorschriften (vak 14) / Frankeringsvoorschrift

        

Onder instructies (van de afzender) vallen allerlei bijzonderheden met betrekking tot het transport. Denk aan instructies als 'temperatuur -18o C continu', 'vóór aflevering afzender bellen', instructies met betrekking tot douane- documenten, enz. (zie ook vak 5, Bijgevoegde documenten). Voor de afzender geldt dat hij tijdig duidelijke instructies moet geven zodat de vervoerder zich kan voorbereiden; voor de vervoerder geldt dat hij zich aan de instructies moet houden. 

Vak 15

Remboursement (vak 15) / Rembours

        

Het rembours moet duidelijk omschreven, in cijfers en letters, in dit vak worden ingevuld. Onder CMR is geen verband vereist tussen het rembours en de factuurwaarde van de goederen. Dit geldt niet als de vrachtbrief wordt gebruikt voor uitsluitend binnenlands vervoer onder AVC. Dan mag het remboursbedrag niet hoger zijn dan de factuurwaarde van de goederen. 


Als de goederen zijn afgeleverd zonder inning van het rembours, is de vervoerder hiervoor aansprakelijk tot ten hoogste het remboursbedrag. Weigert de geadresseerde het rembours te voldoen, dan kan de vervoerder niet overgaan tot aflevering van de goederen.

Hij moet dan instructies vragen aan de afzender. Het is natuurlijk van groot belang dat de remboursopdracht niet over het hoofd wordt gezien. Daarom is er voor internationaal vervoer een speciale blauwe rembourssticker verkrijgbaar. Op de "gewone" AVC-vrachtbrief is de tekst opgenomen: 'niet voor rembourszendingen'. Voor rembourszendingen binnen Nederland is een speciale (blauwe) remboursvrachtbrief verkrijgbaar. 


Vak 16

Vervoerder (vak 16)


Hoewel de vraag wie vervoerder is gemakkelijk lijkt te kunnen worden beantwoord, zorgt deze vraag in de praktijk regelmatig voor problemen.

Expediteur

Allereerst is er het verschil tussen vervoerder en expediteur. Een vervoerder vervoert en een expediteur doet vervoeren; hij zorgt ervoor dat de goederen vervoerd worden. Met andere woorden, de expediteur zoekt voor zijn opdrachtgever een vervoerder en geeft deze opdracht een bepaalde zending te vervoeren. De expediteur mag niet worden verward met de papieren vervoerder. Met papieren vervoerder wordt bedoeld een vervoerder, die de transportopdracht als vervoerder aanneemt en dit vervolgens uitbesteedt aan een ondervervoerder, bijvoorbeeld omdat hij zelf geen vrachtwagens heeft. Het onderscheid tussen vervoer en expeditie is van belang, omdat de expediteur op geheel andere voorwaarden contracteert dan de vervoerder. De expediteur hanteert meestal de Nederlandse Expeditievoorwaarden. Of er sprake is van vervoer dan wel expeditie wordt door de rechter beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Een van deze omstandigheden is het gebruik van documenten. Indien iemand de vrachtbrief ondertekent als vervoerder in vak 23, kan hij moeilijk volhouden dat hij eigenlijk expediteur is.

Ondervervoerder

In veel gevallen schakelt een vervoerder voor (een gedeelte van) het daadwerkelijke vervoer een ondervervoerder in. Tussen de hoofdvervoerder en de ondervervoerder komt ook een vervoerovereenkomst tot stand. Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven:






Met betrekking tot de hoofdovereenkomst in relatie tot de vrachtbrief geldt dat de afzender wordt vermeld in het daarvoor bestemde vak 1 'afzender' resp. vak 22 'handtekening en stempel van de afzender' van de CMR/AVC-vrachtbrief. De hoofdvervoerder wordt vermeld in vak 16 'vervoerder'. Als er voor het ondervervoer geen nieuwe vrachtbrief wordt opgemaakt tekent de ondervervoerder op de oorspronkelijke vrachtbrief in vak 23 'handtekening en stempel van de vervoerder'. De ondervervoerder wordt geen partij bij de hoofdovereenkomst. In juridisch opzicht heeft de afzender dus niets te maken met de ondervervoerder, maar uitsluitend met de hoofdvervoerder. Als er schade is opgetreden op het traject van de ondervervoerder, zal de ondervervoerder worden aangesproken door de hoofdvervoerder, die op  zijn beurt voor de schade aansprakelijk is gesteld door de afzender of de geadresseerde.

Vak 17

Opvolgend vervoerder (vak 17)


Heel anders ligt het bij opvolgend vervoer. De opvolgend vervoerder neemt de vrachtbrief - die betrekking heeft op het gehele transporttraject - in ontvangst en vermeldt zijn naam als opvolgend vervoerder op die vrachtbrief (vak 17 van CMR/ AVC-vrachtbrief). In tegenstelling tot de ondervervoerder, wordt de opvolgend vervoerder wél partij bij de hoofdovereenkomst. Dat heeft tot gevolg dat hij, naast de hoofdvervoerder, aansprakelijk is voor het gehele transport (ook als hij maar een deel van dit transport verrichtte), tenzij op zijn traject als 'tussenvervoerder' geen schade is veroorzaakt.

Soms wordt een opvolgend vervoerder ten onrechte niet als zodanig op de vrachtbrief vermeld. Deze vervoerder is
zich dan wellicht niet bewust van het feit dat hij optreedt als opvolgend vervoerder, met alle gevolgen van dien.

Een voorbeeld uit de praktijk: Voor een zending van Maastricht naar Engeland werd voor het traject Maastricht - Rotterdam zelfs helemaal geen vrachtbrief opgemaakt. Wat een onaangename verrassing voor de wegvervoerder als hij opvolgend vervoerder blijkt te zijn! In dit geval oordeelde de rechter dat de wetenschap van de vervoerder dat het vervoer van Maastricht naar Engeland betrof, voldoende was om hem aan te merken als opvolgend vervoerder (op het eerste traject...). Niet alleen is hij dan aansprakelijk voor het gehele traject, hij kan ook aansprakelijk zijn voor een hogere limiet dan hij dacht, omdat op grensoverschrijdend vervoer het CMR-Verdrag van toepassing is. 

Kortom, bij de vraag of er sprake is van opvolgend vervoer of ondervervoer speelt de vrachtbrief een belangrijke rol.

  • Wie heeft de vrachtbrief opgemaakt?

  • Heeft de vervoerder de vrachtbrief met de zending overgenomen?

  • Hoe zijn partijen op de vrachtbrief vermeld?

Dit soort vragen kunnen in een rechtszaak van doorslaggevende aard zijn. Omdat de rechter in een aantal gevallen aanneemt dat er sprake is van opvolgend vervoer zonder dat de vrachtbrief is overgedragen, is het buitengewoon belangrijk zorgvuldig met de vrachtbrief om te gaan. Vermelding van de opvolgend vervoerder en het overnemen van de vrachtbrief bij de zending schept duidelijkheid voor alle betrokkenen. Iedereen weet waar hij aan toe is, kan zijn risico adequaat verzekeren en achteraf hoeven geen kostbare procedures te worden gevoerd over de vraag: wel of geen opvolgend vervoer? 

Vak 18

Voorbehouden en opmerkingen van de vervoerder (vak 18) / opmerkingen


Deze voorbehouden en opmerkingen kunnen van belang zijn voor de bewijsrechtelijke positie van partijen.

Samengevat komt het neer op het volgende. Wordt er geen bemerking gemaakt op de vrachtbrief, dan wordt vermoed dat de goederen in ontvangst zijn genomen conform de omschrijving op de vrachtbrief. Met andere woorden, neemt de vervoerder beschadigde goederen in ontvangst zonder dat hij een bemerking maakt, dan wordt aangenomen dat de goederen op het moment van inontvangstneming in orde waren. En bewijs dan het tegendeel maar eens... Kan de vervoerder de uiterlijke staat van de goederen of het aantal niet controleren, dan moet hij dit met opgave van redenen aantekenen op de vrachtbrief. Op de AVC-vrachtbrief kan ook de geadresseerde hier zijn bemerkingen kwijt.

Bijzonder voorbehoud: onoverdekt voertuig

De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade of verlies, als dit is veroorzaakt door het gebruik van een open, niet met een dekzeil afgedekt voertuig. Voorwaarde is dat het gebruik van een dergelijk onoverdekt voertuig uitdrukkelijk is overeengekomen en in de vrachtbrief is vermeld.

Vak 19

Speciale overeenkomsten (vak 19) / opmerkingen


In dit vak worden bijzondere afspraken vastgelegd, zoals de overeengekomen vervoertermijn. Afgesproken en vastgelegd in vak 19 wordt dan dat de goederen binnen bijvoorbeeld 2 dagen, of bijvoorbeeld uiterlijk 5 december, zullen worden afgeleverd aan de geadresseerde. 

Vak 20

Vrachtprijs en bijkomende kosten (vak 20) / Vrachtprijs


Dit vak wordt meestal ingevuld bij niet-franco zendingen. Voor franco zendingen stuurt de vervoerder gewoonlijk een gespecificeerde vrachtnota. 

Vak 21

Plaats en datum opmaken (vak 21)


De plaats en datum van het opmaken van de vrachtbrief kunnen onder andere van belang zijn voor reconstructie van een transport. Alle documenten, dus de vrachtbrief en bijvoorbeeld douanedocumenten worden bij elkaar gezocht en vormen bewijsmateriaal voor de douane of een verzekeraar.

Afhankelijk van de omstandigheden gelden plaats en datum van het opmaken van de vrachtbrief als plaats en datum van het sluiten van de vervoerovereenkomst. De datum van de vrachtbrief kan dus een rol spelen bij het vaststellen van de aanvang van de verjaringstermijn. 

Vak 22

Handtekening afzender (vak 22)


De vrachtbrief moet worden ondertekend door de afzender zelf of door iemand die namens hem optreedt, bijvoorbeeld de aflader. Dit laatste moet duidelijk uit de ondertekening blijken, dus "X (aflader) namens Y (afzender)". Zie ook 'Afzender' (vak 1). 

Vak 23

Handtekening vervoerder (vak 23) / Handtekening vervoerder


In dit vak tekent de vervoerder (of meestal diens chauffeur). Als er gebruik wordt gemaakt van een vrachtbrief met afscheurbare zijstrook dient de tekst te bevatten: met gelijkgenummerde vrachtbrief.

Voor het onderscheid tussen vervoerder, ondervervoerder, opvolgend vervoerder en expediteur, zie de toelichting bij 'Vervoerder' (vak 16) 

Vak 24

Handtekening geadresseerde (vak 24) / Handtekening geadresseerde


De geadresseerde tekent voor ontvangst van de goederen, eventueel met een bemerking over de uiterlijke staat van de goederen en/of het aantal. De handtekening van de geadresseerde bewijst de aflevering van de zending. Als er gebruik wordt gemaakt van een vrachtbrief met afscheurbare zijstrook dient de tekst te bevatten: met gelijkgenummerde vrachtbrief.

Het heeft juridisch geen waarde indien een ander dan de geadresseerde (of diens vertegenwoordiger) tekent. Is de vrachtbrief niet ondertekend, dan zal de vervoerder bij vermissing van de goederen op andere wijze moeten aantonen dat hij de goederen heeft afgeleverd, hetgeen vaak niet gemakkelijk is.

Het ondertekenen van de vrachtbrief dient met zorgvuldigheid te geschieden. De ervaring leert dat alleen een 'krabbel' grote (bewijsrechtelijke) problemen kan opleveren: de ondertekenaar is bij niemand bekend! Daarom zijn ook de naam van de ondertekenaar, een firmastempel of vermelding van het kenteken van het voertuig belangrijk. 


Overige aandachtspunten

Code transporteur / Code vervoerder


Tot slot zijn ook de volgende punten van belang:

  • In het vak 'vervoerderscode' kan de vervoerder zijn eigen code invullen. In België is vereist dat in dit vakje het nummer van uw euro-vergunning is ingevuld. Let op: het moeten steeds 5 cijfers zijn. Dus nummer 12 wordt genoteerd als 00012. Dit is het nummer waaronder de vervoerder bekend is bij het NIWO, de instantie die de vervoersvergunningen in Nederland afgeeft.

  • Op sommige AVC-vrachtbrieven is de tekst opgenomen: 'in de vracht is verzekering niet begrepen'. Aangezien de vervoerder in principe beperkt aansprakelijk is (AVC-limiet), doet de afzender er goed aan om een goederentransportverzekering af te sluiten.


Ontvangstbewijs

Met een ontvangstbewijs kan de vervoerder aan de afzender (= opdrachtgever) aantonen, dat de zending is afgeleverd bij de geadresseerde.

In de meeste gevallen zal de geadresseerde de vrachtbrief ondertekenen ten bewijze van ontvangst. Veel vervoerders voegen daarom de afgetekende vrachtbrief als ontvangstbewijs bij hun factuur.

Met name in de deelmarktdistributie verzamelt een vervoerder vele ontvangstbewijzen op één dag. In dat geval kan de vervoerder in aanvulling op de vrachtbrief gebruik maken van verzendlijsten. Aftekenlijsten worden ook wel verzendlijsten genoemd. 


Aftekenlijsten

Als er behalve een vrachtbrief ook een aftekenlijst (ook wel verzendlijst genoemd) wordt opgemaakt, dan is de werkwijze als volgt. De afzender maakt een vrachtbrief op per zending. In dit geval is dat meestal een enkelvoudige vrachtbrief. Daarnaast maakt de afzender een verzendlijst met alle geadresseerden en de bijbehorende zending.

Op de verzendlijst wordt verwezen naar de vrachtbrief door vermelding van het nummer van de vrachtbrief. De verzendlijst wordt veelal in tweevoud opgemaakt.

Bij inontvangstneming tekent de vervoerder op de verzendlijst; één exemplaar hiervan blijft bij de afzender. Bij aflevering laat de vervoerder telkens de geadresseerde van een zending voor ontvangst tekenen op de verzendlijst en geeft de vrachtbrief behorende bij die zending af.