Overslaan naar inhoud

Weet aan wie je het vervoer uitbesteedt: de gevolgen van identiteitsfraude op digitale platforms


Identiteitsfraude op digitale platforms

Vervoersopdrachten uitbesteden via een digitaal platform gebeurt dagelijks, maar wat als de ondervervoerder een oplichter blijkt te zijn? Stel de ondervervoerder verdwijnt met de waardevolle lading. Is de vervoerder dan voor het verlies van de lading aansprakelijk? En zo ja, onbeperkt aansprakelijk? Of kan de vervoerder zich op overmacht beroepen, omdat hij zelf slachtoffer van criminelen werd?
Onbeperkte aansprakelijkheid van een vervoerder wordt naar Nederlands recht niet snel aangenomen, maar wie een oplichter als ondervervoerder inschakelt, zit als vervoerder vervolgens met de gebakken peren, zo blijkt opnieuw uit een recent vonnis van de rechtbank Rotterdam. Deze bijdrage belicht aan de hand van dit vonnis de gevolgen van identiteitsfraude op digitale platforms.
Een belangrijk deel van het vervoer gaat naar onze oosterburen. Aan het einde van deze bijdrage wordt kort toegelicht, hoe de Duitse rechter met vergelijkbare gevallen omgaat.

De casus

Het vonnis van de rechtbank Rotterdam behandelt een typisch geval van identiteitsfraude op een digitaal platform en de gevolgen daarvan.[1]
Een partij zonnepanelen – waardevolle en kennelijk goed verhandelbare goederen – werd aan een Duitse koper verkocht. De import liep via de haven van Rotterdam. Het  Nederlandse  Botlek Logistics BV (hierna: “Botlek”) kreeg uiteindelijk de opdracht om de zonnepanelen vanuit een gemeente in Nederland over de weg naar een bedrijfslocatie in Duitsland te vervoeren. Botlek heeft het vervoer niet zelf uitgevoerd, maar heeft de vervoersopdracht op het digitale vervoerplatform Teleroute aangeboden. De Poolse Carolina Logistics EU SP Z.O.O. (hierna: “Carolina”) heeft de opdracht geaccepteerd. Carolina heeft het vervoer op haar beurt ook op een digitaal vrachtplatform aangeboden en uitbesteed aan een vervoerder uit Tsjechië, die het vervoer weer aan de eveneens in Tsjechië gevestigde vervoerder Paolo trans car. S.r.o (hierna: “Paolo”) heeft  uitbesteed. Carolina heeft later aangegeven dat zij nog niet eerder met de door haar ingeschakelde Tsjechische vervoerder had samengewerkt. Carolina heeft van de Tsjechische vervoerder een bewijs van inschrijving en verzekeringsdocumenten opgevraagd en ontvangen. Vervolgens verscheen een vervoerder bij de afzender die zich kennelijk als Paola uitgaf. Op de CMR-vrachtbrief staat althans Paola als vervoerder vermeld. “Paola” heeft de zonnepanelen geladen en is ermee verdwenen. U raadt het al: de zonnepanelen zijn sindsdien spoorloos. Het bewijs van inschrijving en de verzekeringsdocumenten van de Tsjechische vervoerder bleken vervalst; de bedrijfsgegevens werden op gemanipuleerde documenten gebruikt. Een door Botlek ingeschakelde onderzoeksbureau wees erop dat het in de afgelopen maanden een grote toename van diefstalgevallen gezien heeft die op deze wijze werden uitgevoerd. De criminelen werken daarbij met vervalste kentekens.

Wie moet nu voor de schade opdraaien?


Botlek heeft Carolina voor de rechtbank Rotterdam gedagvaard en betaling van de volledige factuurwaarde van de zonnepanelen plus rente en kosten geëist. Carolina stelde niet aansprakelijk te zijn voor de diefstal/verduistering van de lading door criminelen. Zij heeft een aantal - in ladingschade gebruikelijke - verweren gevoerd, die haar niet mochten baten.
Bij het beoordelen van de vordering en het verweer hiertegen begon de rechtbank met vast te stellen dat het CMR–verdrag op de vervoerovereenkomst tussen Botlek en Carolina van toepassing is. Ook volgde de rechtbank de uitdrukkelijke keuze van partijen voor het Nederlandse recht voor de onderdelen van de vordering waarvoor  het CMR-verdrag geen bepalingen kent.[2]

Vervoer of expeditie?

Carolina probeerde de dans te ontspringen door te stellen dat zij als expediteur heeft gehandeld en niet als vervoerder, toen zij de vervoeropdracht aan de vervoerder uit Tsjechië uitbesteedde. De expediteur is verplicht het vervoer te organiseren, hij is in beginsel niet voor het verlies van de lading aansprakelijk.[3]De vervoerder daarentegen is onder het CMR-verdrag immers voor geheel of gedeeltelijk verlies en voor beschadiging van de goederen aansprakelijk, mits het verlies of de schade tussen inontvangstneming en aflevering van de goederen is ontstaan. Bovendien is de vervoerder aansprakelijk voor vertraging in de aflevering.[4] Juridisch maakt het daarom bij beschadiging of verlies van de lading een groot verschil, of een bedrijf als expediteur of vervoerder heeft gehandeld. In de praktijk is het antwoord op de vraag of een bedrijf als vervoerder of expediteur heeft gehandeld echter niet zo makkelijk te vinden. Een vervoerder vervoert, een expediteur doet vervoeren. Maar een vervoerder hoeft niet altijd zelf te vervoeren, om als vervoerder te worden aangemerkt. Indien de vervoerder de vervoeropdracht aan een ondervervoerder uitbesteed, kan hij ook als zogenaamde “papieren” vervoerder worden aangemerkt. De “papieren” vervoerder is aan te merken als vervoerder en dus voor het verlies en de beschadiging van de lading verantwoordelijk.

Verschil tussen “papieren vervoerder” en expediteur
Wanneer is er sprake van “papieren” vervoer en wanneer is er sprake van expeditie? Een opdrachtnemer die in het kader van een transportopdracht als expediteur wil optreden, zal zich bij het aangaan van de overeenkomst duidelijk als zodanig moeten presenteren, doet hij dat niet, dan zal de rechter in beginsel aannemen dat een vervoerovereenkomst tot stand is gekomen.[5] Met andere woorden, wie als expediteur wil optreden, moet zich duidelijk als expediteur presenteren, in geval van twijfel is er sprake van vervoer.

De rechtbank maakt korte metten met het betoog van Carolina dat zij als expediteur zou hebben gehandeld. Botlek had de vervoeropdracht op het digitale vervoerplatform Teleroute aangeboden en Carolina had de transportopdracht geaccepteerd. Bij het sluiten van deze overeenkomst had Carolina op geen enkele wijze kenbaar gemaakt dat zij als expediteur zou optreden. Uit niets bleek dat Carolina zich als expediteur had gepresenteerd. De rechtbank oordeelt dan ook dat tussen Botlek en Carolina een vervoerovereenkomst is tot stand gekomen. Carolina is daarom als vervoerder in beginsel aansprakelijk voor het verlies van de lading zonnepanelen.

Overmacht?

Carolina wilde niet voor de schade betalen veroorzaakt door diefstal/verduistering door de valse Tsjechische vervoerder. Carolina beriep zich op overmacht, omdat zij het verlies van de lading niet had kunnen vermijden.
In geval van overmacht is de vervoerder niet voor het verlies of de beschadiging van de goederen of de vertraging in de aflevering aansprakelijk. Van overmacht is kort gezegd sprake indien het verlies, de beschadiging of vertraging het gevolg is van omstandigheden, die de vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan hij de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen.[6] De Nederlandse rechter hanteert een hoge drempel voor het honoreren van een beroep op overmacht. De vervoerder kan zich alleen dan op overmacht beroepen, indien hij aantoont dat hij alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder – daaronder begrepen de personen van wie hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt – te vergen maatregelen heeft genomen om het verlies te voorkomen.[7] Van een zorgvuldig vervoerder mag worden verwacht – zeker als hij gebruik maakt van een platform waar een ieder in beginsel toegang toe heeft – dat hij gedegen onderzoek doet naar de beoogd (onder)vervoerder, zeker indien de partijen niet eerder met elkaar zaken hebben gedaan.[8] In een vergelijkbaar ander geval heeft de rechter geoordeeld dat de controle van inschrijvingsgegevens in het handelsregister, de inschrijving op het digitale platform en de controle van een BTW-nummer aan de hand van een website hiervoor niet voldoende is.[9]
De rechtbank kon hier in het midden laten of Carolina alle maatregelen heeft genomen die van een zorgvuldig vervoerder mogen worden verwacht. Onder het CMR-verdrag is een vervoerder kort gezegd aansprakelijk voor alle personen, die hij voor de uitvoering van het vervoer inschakelt, wanneer deze personen handelen in de uitoefening van hun werkzaamheden.[10]

Carolina stelde dat de valse Tsjechische vervoerder een crimineel was; deze Tsjechische vervoerder zou volgens Carolina bij het stelen dan wel verduisteren van de zonnepanelen niet in de uitoefening van zijn werkzaamheden hebben gehandeld. Bovendien was er volgens Carolina tussen haar en de fraudeurs geen contractuele relatie en de fraudeurs zouden ook niet namens Carolina hebben gehandeld.

De rechtbank ging niet in mee  in dit verweer. Carolina had de Tsjechische vervoerder ingeschakeld, althans een partij die zich daarvoor heeft uitgegeven. Deze partij heeft de lading in ontvangst genomen en daardoor gehandeld in de uitoefening van haar werkzaamheden voor de vervoerovereenkomst. Het stelen van de lading door de valse Tsjechische vervoeder komt daarom voor rekening van Carolina.

Onbeperkte aansprakelijkheid: doorbreking limiet

De valse Tsjechische vervoerder heeft de lading zonnepanelen opzettelijk gestolen althans verduisterd. Deze opzet wordt aan Carolina toegerekend.[11]
Onder het CMR-verdrag is de aansprakelijkheid van de vervoerder voor het verlies of de beschadiging van de lading in beginsel beperkt tot 8,33 SDR voor elk ontbrekend kilogram bruto-gewicht[12]; dat komt tegenwoordig neer op ca. EUR 10 per kilogram.
Indien de vervoerder of zijn hulppersonen in de uitvoering van hun werkzaamheden met opzet schade veroorzaken, dan kan de vervoerder zich echter niet op deze beperking van de aansprakelijkheid beroepen.[13] De limiet wordt dan doorbroken en de vervoerder is onbeperkt aansprakelijk.
De rechtbank heeft dan ook geoordeeld dat Carolina tegenover Botlek onbeperkt aansprakelijk is voor de volledige schade die Botlek als gevolg van het verdwijnen van de lading zonnepanelen heeft geleden. Carolina werd veroordeeld om de waarde van de zonnepanelen plus rente en kosten aan Botlek te vergoeden.

Dit oordeel van de rechtbank is in lijn met eerdere uitspraken in vergelijkbare gevallen. Als de ondervervoerder een crimineel blijkt te zijn die met de lading ervandoor gaat, dan is het risico groot dat de diefstal voor rekening van de vervoerder komt die de crimineel (onbewust) heeft ingeschakeld.[14]

Blik over de grens: hoe had de Duitse rechter over deze zaak geoordeeld?

In deze zaak was de lading zonnepanelen bestemd voor een Duitse ontvanger. De Duitse rechter was derhalve eveneens bevoegd om over dit geschil te oordelen.[15] Had Carolina voor de Duitse rechter op een voor haar gunstige uitkomst mogen rekenen? Leende deze zaak zich voor het zogenaamde forumshopping? Men spreekt van forumshopping indien een eiser tussen verschillende bevoegde rechters degene kiest waarvan hij een voor hem gunstige uitspraak verwacht, omdat de betreffende rechter de wet op een voor hem gunstige wijze uitlegt. Carolina had dan voordat zij in Rotterdam werd gedagvaard, voor de Duitse rechter het geschil aanhangig moeten maken en moeten eisen dat de rechter zou vaststellen dat zij niet of slechts beperkt aansprakelijk was.
Deze vragen zijn snel beantwoord. Ook in Duitsland hebben vervoerders bij herhaling gesteld dat de door hun ingeschakelde ondervervoerder die met de lading verdween, niet in de uitvoering van zijn werkzaamheden zou hebben gehandeld. De redenering van de Duitse rechter lijkt in deze gevallen op de redenering van de Nederlandse rechter. Volgens de hoogste Duitse rechter, het Bundesgerichtshof, vereist handelen in de uitoefening van hun werkzaamheden een “innerlijke samenhang tussen het schadeveroorzakende handelen en de toegewezen taken”. Bij diefstal is van zo een samenhang in ieder geval dan sprake, indien de diefstal door de toegewezen taak mogelijk werd.[16] Indien de ondervervoerder een oplichter blijkt te zijn, zal dat doorgans het geval zijn. Steelt een ondervervoerder de lading, dan wordt volgens vaste Duitse jurisprudentie deze diefstal aan de vervoerder toegerekend.[17] Kortom, indien een vervoerder via een digitaal vrachtplatform een vervoeropdracht aan een ondervervoerder uitbesteedt, die vervolgens met de lading verdwijnt, dan zal de vervoerder ook voor de Duitse rechter volledig aansprakelijk zijn.

Bij het uitbesteden van vervoerovereenkomsten via een digitaal platform is het daarom oppassen geblazen. Blijkt de ondervervoerder een dief, dan is de vervoerder tegenover zijn opdrachtgever al snel volledig aansprakelijk voor het verlies van de lading. Het is derhalve belangrijk om zorgvuldig te controleren aan wie men het vervoer toevertrouwt. Dat geldt des te meer, als het contact uitsluitend digitaal verloopt.

Voetnoten


[1] Rechtbank Rotterdam, 15 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:601.

[2] Rechtbank Rotterdam, 15 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:601, r.o. 4.5.

[3] Art. 8:63 Burgerlijk Wetboek.

[4] Art. 17 lid 1 CMR.

[5] Hof Den Haag, 10 februari 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:350, r.o. 5, S&S 2015/102, Trucking KS/Dalessi.

[6] Art. 17 lid 2 CMR.

[7] HR 24 april 2009, NJ 2009/204, Vos/Philips.

[8] Aldus de rechtbank Rotterdam in een vergelijkbare andere zaak in haar vonnis van 6 juli 2022, ECLI:NL:RBROT::2022:5523, r.o. 3,19.

[9] Rechtbank Rotterdam, t.a.p.

[10] Art. 3 CMR.

[11] Art. 29 CMR juncto art. 3 CMR.

[12] Art. 23 lid 3 CMR-verdrag.

[13] Art. 29 CMR.

[14] Zie bijvoorbeeld voor een vergelijkbaar geval rechtbank Rotterdam, 24 september 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:8768, S&S 2015/44, r.o. 4.14.

[15] Art. 31 lid 1 sub b CMR.

[16] Bundesgerichtshof 3.7.2008, TransportR 2008, 412, 416.

[17] Zie bijvoorbeeld Schleswig-Holsteinisches Oberlandesgericht, 18.12.2014, TransportR 2015, 157, 158; Oberlandesgericht Düsseldorf, 14.07.2010, BeckRS 2011, 20163; zie ook Koller, Transportrecht, 11. druk, art. 3 CMR, aant. 5.




      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Weet aan wie je het vervoer uitbesteedt: de gevolgen van identiteitsfraude op digitale platforms
      mr. Joachim Staab (Partner Rechtsanwalt en advocaat, bij Van Diepen Van der Kroef ) 12 juni 2025


      Deel deze post
      ArchiEF

      Retourlogistiek van circulaire producten: afvalstof of niet?
      En wat zijn de gevolgen?