De directe actie op de buitenlandse vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar

Let op de polisvoorwaarden!

Met enige goede wil zou je het gerust een trend kunnen noemen. Uit de recentere (gepubliceerde) transport-rechtspraak worden de laatste jaren veel vaker vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraars rechtstreeks in CMR-zaken aangesproken. Zij worden dan bijvoorbeeld gedagvaard door regresnemende ladingbelanghebbenden of (hoofd)vervoerders hoger in de vervoerketen. In dit artikel bespreek ik een aantal achtergronden hiervan en ook (aan de hand van een recente uitspraak) of deze rechtstreekse aanspraak een garantie biedt op succes. Over de directe actie is overigens eerder in Weg & Wagen geschreven [op 6 december 2022, W&W 97].


Directe actie: niet naar Nederlands recht

Zoals bekend kent het Nederlands recht niet de mogelijkheid van een dergelijke directe actie voor ladingschade tegen de vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar. Nederlands recht beperkt namelijk de directe actie tot een aantal specifieke situaties (zoals bij personenschade, zie artikel 7:954 BW). Dat betekent dat bij een reguliere ladingschade steeds (alleen) de vervoerder kan worden gedagvaard, zonder diens aansprakelijkheidsverzekeraar in de procedure mee te nemen. Weliswaar zal die verzekeraar doorgaans de regie over de procedure voeren en de kosten daarvan dragen, maar de verzekeraar zelf is geen partij (geen gedaagde) in de procedure. Dat betekent onder meer dat uiteindelijk geen voor ten uitvoerlegging vatbare uitspraak (een vonnis of arrest) tegenover de verzekeraar wordt gewezen. 


Directe actie naar buitenlands recht

Dat is dus de situatie naar Nederlands recht, maar de wereld van het internationale wegvervoer is natuurlijk groter. Bij een internationale wegvervoerovereenkomst zullen per definitie altijd internationale aspecten een rol spelen. En niet zelden wordt daarbij gecontracteerd met buitenlandse vervoerders. Deze zullen in het algemeen hun vervoerdersaansprakelijkheidsverzekering lokaal, dat wil zeggen onder toepasselijkheid van hun eigen nationale recht, afsluiten. Een Bulgaarse vervoerder zal haar aansprakelijkheid verzekeren bij een Bulgaarse verzekeraar onder toepasselijkheid van  Bulgaars recht. En dat biedt kansen voor de ladingbelanghebbende.


Onder diverse buitenlandse rechtsstelsels bestaat namelijk wél de mogelijkheid (anders dan in Nederland dus) om een vervoersaansprakelijkheidsverzekeraar rechtstreeks aan te spreken. Dat is onder meer het geval naar Frans, Pools en Bulgaars recht. Het loont dan voor de eiser(s) de moeite, wanneer inderdaad het starten van een procedure noodzakelijk is, om niet alleen de aansprakelijkheidsverzekerde (de vervoerder) te dagvaarden, maar ook haar aansprakelijkheidsverzekeraar. Dat biedt bijvoorbeeld voordelen ingeval van insolventie van de vervoerder: een toewijzend vonnis hoeft dan niet via de omslachtige route van een buitenlandse curator ten uitvoer te worden gelegd. Er kan met het vonnis in de hand rechtstreeks geclaimd worden bij de verzekeraar tegen wie er dan immers ook een vonnis ligt. En een dergelijke verzekeraar biedt doorgaans voldoende verhaal.


Waar start je een directe actie?

Een eerste interessante vraag is voor welke rechter de verzekeraar in deze gevallen kan worden gedagvaard. Je zou kunnen zeggen dat de grondslag van de vordering op de vervoersaansprakelijkheidsverzekeraar de verzekeringsovereenkomst is. Dan zou de bevoegdheidsregeling uit het CMR-verdrag (op grond waarvan ingevolge art. 31 CMR gedagvaard kan worden voor de rechter van de plaats van in ontvangstneming of aflevering van de goederen, of de woonplaats van de gedaagde) niet relevant zijn. Artikel 31 CMR zelf steekt daar echter een stokje voor, vanwege het daarin omschreven (zeer) ruime toepassingsbereik. Dit artikel regelt namelijk de bevoegdheid voor “alle rechtsgedingen, waartoe het aan dit Verdrag onderworpen vervoer aanleiding geeft”. Die ruime formulering, die overigens vergelijkbaar is met die uit artikel 32 CMR (verjaring), leidt er vervolgens toe dat vorderingen die maar enigszins raken aan de vervoerovereenkomst, onder het bereik van art. 31 CMR vallen. En dat betekent dat bijvoorbeeld bij vervoer van Luxemburg naar Nederland door een Bulgaarse vervoerder, de Nederlandse rechter (op grond van de plaats van aflevering) bevoegd is om kennis te nemen van vorderingen (ook) tegen de Bulgaarse vervoersaansprakelijkheidsverzekeraar. 


In deze zin oordeelde de rechtbank Noord-Nederland dan ook op 5 juli 2023 [ECLI:NL:RBNNE:2023:2790, S&S 2023/128] die hierbij Bulgaars verzekeringsrecht moest toepassen. Zoals aangegeven kent Bulgaars recht inderdaad genoemde rechtstreekse aanspraak.


Recente zaak over directe actie


Maar betekent dit nu dat de regresnemende claimant bij een directe actie op de aansprakelijkheidsverzekeraar altijd op rozen zit? Dat blijft natuurlijk afhankelijk van de inhoud van de verzekeringsovereenkomst, zoals ook de rechtbank Rotterdam oordeelde in de hierna te bespreken uitspraak van 19 april 2023 [ECLI:NL:RBROT:2023:3530, S&S 2023/92]. Daarbij was het volgende aan de hand.


In die zaak ging het om vervoer van een zending solar modules van Nederland naar Duitsland. De vervoerketen zag er als volgt uit: VBT (afzender) – Ultrespa (hoofdvervoerder) – “Ondervervoerder”(Pools) – Cargo Sped (feitelijk vervoerder). Schematisch:



Hoewel de solar modules in Rotterdam door feitelijk vervoerder Cargo Sped in goede en complete staat ten vervoer in ontvangst werden genomen, werden deze niet in Duitsland afgeleverd. Vermoed werd dat opzet van (de chauffeur van) Cargo Sped in het spel was. 


Afzender VBT en haar ladingverzekeraars hadden vervolgens Ultrespa als hoofdvervoerder, alsmede haar aansprakelijkheidsverzekeraar Generali, in Nederland gedagvaard. Ultrespa begon op haar beurt een procedure tegen haar ondervervoerder. 


In deze procedure voor de Rotterdamse rechtbank vordert Ultrespa op haar beurt van “Ondervervoerder” (haar naam is in de uitspraak geanonimiseerd) en haar Poolse vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar Collonade schadevergoeding voor de verdwenen zending. Ondervervoerder verschijnt niet in de procedure, maar haar verzekeraar Collonade wel. Collonade legt onder meer de aansprakelijkheidspolis over, waarop Pools recht van toepassing is verklaard, waarin verder onder meer staat: 


“Carrier's liability insurance subcontractors clause


Colonnade Insurance S.A. Branch in Poland (hereinafter referred to as Colonnade) covers with insurance protection losses occurring as a result of the Insured's liability for the direct carrier-subcontractor and further carriers (successive ones) during the performance of the concluded contract of carriage under the provisions of law.


Therefore, the Insured, using subcontractors in performing the contract of carriage, is obliged to select such transport companies which:


- conduct business activities in the territory of the Republic of Poland on the basis of an entry in the Register of Business Activity or an entry in the Register of Entrepreneurs (KRS),


- have experience in this type of business,


- have the licenses, concessions and/or permits required by law to conduct this type of activity,


- have their own road carrier civil liability insurance with full coverage (meaning no exclusions of the insurer's liability for damages consisting in theft or robbery and no exclusions of protection for the selected type of property accepted for transport and/or forwarding) and the amount insured corresponding to the value of the property accepted for transport and/or forwarding,


(…)


Oftewel: de polis beperkt dekking tot ondervervoerders die in Polen geregistreerd staan als rechtspersoon.

In de polis wordt verder verwezen naar algemene voorwaarden. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:


“Article 4

Exclusions and limitations of liability

1.

Colonnade shall not be liable for losses caused by:


1) wilful misconduct or gross negligence of the Insured or persons for whom the Insured bears responsibility;


[…]


Collonade voert geen verweer ten aanzien van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Wel doet zij dat ten aanzien van de vraag of zij schadevergoeding aan Ultrespa verschuldigd is.


Oordeel rechtbank

De rechtbank Rotterdam begint haar beoordeling met de vraag naar toepasselijk recht. Op de vervoerovereenkomst met (de niet in de procedure verschenen) Ondervervoerder is dat Pools recht (ing. art. 5 Rome I-Vo). En ook op de met Collonade gesloten verzekeringsovereenkomst is dat Pools recht, vanwege genoemde rechtskeuze in de polis (en art. 7 Rome I-Vo).


Wat de aansprakelijkheid van Ondervervoerder zelf betreft, is er in feite geen discussie. Omdat Ondervervoerder niet is verschenen en dus geen verweer heeft gevoerd, is vervoerdersaansprakelijkheid (“goed erin, goed eruit”, onder verwijzing naar Amev/Oegema) gegeven.


Interessanter wordt het bij de vordering van Ultrespa op aansprakelijkheidsverzekeraar Collonade. Zoals hierboven aangegeven sluit de polis aansprakelijkheidsdekking voor opzettelijk handelen (wilful misconduct) uit. Collonade voert als verweer dat van opzettelijk handelen sprake moet zijn nu de zending wél door Cargo Sped ten vervoer in ontvangst genomen is, maar vervolgens nooit meer iets van zending en vervoerder is vernomen. Ultrespa stelt daar onvoldoende tegenover, zodat de rechtbank overweegt dat reeds daarom de vordering van Ultrespa moet stranden. Als de polis van Collonade geen dekking biedt, is er natuurlijk ook geen directe actie.


Daar komt bij dat hier ook aan een tweede voorwaarde van de polis niet is voldaan. In de hierboven geciteerde carrier's liability insurance subcontractors clause is immers met zoveel woorden als voorwaarde opgenomen dat alleen een Poolse subcontracter mocht worden ingeschakeld. Nu niet ter discussie staat dat Cargo Sped een Oostenrijkse vennootschap is, is dus ook aan deze tweede voorwaarde niet voldaan en ontbreekt ook dekking op deze extra grond.


Kort en goed: geen dekking onder de aansprakelijkheidspolis betekent dus ook geen directe actie.


Wel directe actie, geen polisdekking 

De uitspraak illustreert dat de uitgangspositie voor claimant(en) gunstig kan lijken, wanneer er naar toepasselijk buitenlands recht een directe actie op de betrokken aansprakelijkheidsverzekeraar van de vervoerder bestaat. Dat betekent echter niet dat de zaak daarmee beklonken is. De betreffende aansprakelijkheidsverzekeraar zal zich immers vervolgens, ook tegenover derden, op de voorwaarden voor dekking onder de eigen polis mogen beroepen. Als dat ertoe leidt dat polisdekking in beginsel ontbreekt, is het aan de claimant om daar tegenover voldoende inhoudelijk tegenwicht te bieden.

Dat kan er bij ingewikkelde dekkingsdiscussies toe leiden dat in Nederlandse procedures met legal opinions naar buitenlands recht moet worden gewerkt. Maar wanneer de uitkomst van deze discussie is dat polisdekking ontbreekt, staat de claimant uiteindelijk met lege handen.


                             
       





      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      De directe actie op de buitenlandse vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar
      mr. Rutger Evers, Advocaat bij Legaltree 20 februari 2024


      Deel deze post
      ArchiEF

      Bewijsvereiste voor invoer van ijzer- en staalproducten
      Ook vervoerder is gehouden aan invoerverbod