Hoe beëindig je een langdurige overeenkomst?


Stel u werkt gedurende vele jaren met een zakenpartner samen. Misschien zijn de voorwaarden van de samenwerking nooit op papier gezet. Of er is wel een schriftelijke overeenkomst opgesteld, maar geen opzegtermijn geregeld. Kunt u de samenwerking dan “zomaar” zonder inachtneming van een opzegtermijn beëindigen? Of is er een reden voor de beëindiging van de samenwerking vereist? Als u een opzegtermijn in acht moet nemen, hoe lang is deze opzegtermijn dan? En omgekeerd, stel uw langjarige zakenpartner beëindigd van de ene dag op de andere de samenwerking. Wat kunt u dan doen? 

Deze bijdrage wil een overzicht geven over de beëindiging van – niet wettelijk geregelde – duurovereenkomsten en de juridische problemen die daarmee samenhangen.


1. Duurovereenkomsten

Als een overeenkomst voortdurende of telkens terugkerende rechten en plichten voor partijen met zich meebrengt, spreekt men van een duurovereenkomst.[1]  Het gaat met andere worden om een langdurige contractuele samenwerking.

Vaak zijn bepaalde vormen van langdurige samenwerking bij wet geregeld, bijvoorbeeld huurovereenkomsten. In dat geval regelt de wet of, en onder welke voorwaarden de samenwerking kan worden beëindigd (in de wet staat in welke gevallen men een huurovereenkomst met inachtneming van welke termijn kan opzeggen). 

In de praktijk bestaan veel vormen van contractuele samenwerking die niet bij wet als zodanig zijn geregeld. Juristen spreken dan van “onbenoemde overeenkomsten” [2]. Deze bijdrage gaat over niet bij wet geregelde duurovereenkomsten.


1.1. Distributieovereenkomsten

Een typisch voorbeeld van een niet bij wet geregelde overeenkomst is de zogenaamde distributieovereenkomst. Bij een distributieovereenkomst verbindt de leverancier zich om bepaalde producten of diensten aan de distributeur te leveren; de distributeur verbindt zich om de producten van de leverancier te kopen en voor eigen rekening en risico op eigen naam door te verkopen.[3] 

In de praktijk bestaan veel distributieovereenkomsten. Zij komen in verschillende vormen voor, bijvoorbeeld exclusieve distributie, waarbij de leverancier zich verbindt om zijn producten in een bepaald gebied slechts aan één distributeur te leveren. Een distributieovereenkomst is met andere woorden een raamovereenkomst in het kader waarvan koopovereenkomsten worden gesloten tussen de leverancier en de distributeur.


1.2. Overeenkomsten in de logistieke keten

In de logistieke keten komen eveneens veelvuldig duurovereenkomsten voor die niet als zodanig wettelijk geregeld zijn. Dat zijn vaak zogenaamde samenwerkingsovereenkomsten of raamcontracten, bijvoorbeeld raamovereenkomsten betreffende het vervoer van goederen. Ieder vervoer van goederen onder een raamovereenkomst is dan een aparte vervoersovereenkomst. De raamovereenkomst regelt dan bijvoorbeeld hoe vaak een vervoerder voor een bepaald traject bepaalde  hoeveelheden goederen voor een afzender vervoert. 


1.3. Beëindiging van duurovereenkomsten kan een grote economische impact hebben

Als het om aanzienlijke hoeveelheden ritten gaat, dan kan beëindiging van zo’n raamovereenkomst een grote economische impact op de bedrijfsvoering van de vervoerder hebben. Het vervoer onder zo’n raamovereenkomst voor een bepaalde opdrachtgever kan een belangrijk aandeel in de totale omzet van de vervoerder uitmaken. 

Als  een dergelijke raamovereenkomst van de ene op de andere dag wordt beëindigd, dan valt een belangrijk deel van de omzet van de vervoerder weg. 


Datzelfde geldt voor distributieovereenkomsten. Sommige distributeurs profileren zich als verkoper van een bepaalde leverancier dan wel van een bepaald merk. Wie als distributeur gedurende vele jaren aan zijn klanten heeft verteld dat de producten van een bepaald merk de beste producten zijn, zal grote moeite hebben om aan zijn klanten opeens producten van een andere leverancier te verkopen.


Het is daarom goed om te weten, welke regels voor de beëindiging van duurovereenkomsten gelden.


2. Overeenkomsten van bepaalde duur

Partijen kunnen de duur van de overeenkomst in beginsel vrij regelen. Als partijen afspreken wanneer de overeenkomst eindigt, zonder dat daarvoor een nadere opzegging is vereist, spreekt men van een overeenkomst van bepaalde duur. Een dergelijke regeling kan bijvoorbeeld luiden: “Deze overeenkomst treedt op het moment van ondertekening in werking en eindigt op 31 december 2025.” 


Als partijen een overeenkomst voor bepaalde duur hebben gesloten, kan deze in beginsel niet tussentijds worden opgezegd, tenzij de partijen hebben afgesproken dat zij de overeenkomst voor het einde van de looptijd met een bepaalde termijn kunnen opzeggen. Met andere woorden, spreken de partijen niet af dat ze de overeenkomst eerder kunnen opzeggen, dan zijn de partijen tot aan het einde van de afgesproken looptijd aan de overeenkomst gebonden. Een opzegging vóór het einde van de afgesproken looptijd is slechts bij wijze van uitzondering mogelijk, namelijk indien er sprake is van onvoorziene omstandigheden, die zo ernstig zijn dat naar redelijkheid en billijkheid van de opzeggende partij niet kan worden gevergd dat zij de samenwerking tot het afgesproken einde van de overeenkomst voortzet.[4]  


Als een partij de mogelijkheid wil hebben om de samenwerking eerder te beëindigen, dan doet zij er daarom goed aan om dat uitdrukkelijk te regelen (bijvoorbeeld door af te spreken dat iedere partij de samenwerking met inachtneming van een bepaalde termijn kan beëindigen). Ik zal hieronder nog nader op mogelijke opzeggingsregelingen ingaan.


3. Stilzwijgende totstandkoming van de overeenkomst

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Vaak wordt een overeenkomst schriftelijk gesloten. Noodzakelijk is dat niet. Voor de meeste overeenkomsten geldt geen vormvereiste. Partijen kunnen een overeenkomst mondeling sluiten. Dat kan uitdrukkelijk geschieden (bijvoorbeeld door een afspraak met een handdruk te bezegelen). Maar een overeenkomst kan ook stilzwijgend tot stand komen. Als partijen in het kader van een langdurige handelsrelatie op een bepaalde manier samen werken, neemt een rechter vaak aan dat er stilzwijgend een overeenkomst tot stand is gekomen.


Bij een distributieovereenkomst bijvoorbeeld kijkt de rechter onder andere naar de volgende omstandigheden: de lengte van de handelsrelatie, de aanduiding als distributeur of als dealer door de partijen zelf, de exclusiviteit van de samenwerking, de mate van overleg tussen partijen en het bestaan van prijsafspraken, een afnameverplichting of een verplichting om de afzet te bevorderen[5] (bijvoorbeeld om reclame te maken, naar beurzen te gaan, etc.). Dezelfde criteria kan je met de nodige aanpassingen ook op andere langdurige samenwerkingen toepassen, bijvoorbeeld op raamovereenkomsten voor logistieke diensten over het vervoer van goederen.


Als een (raam)overeenkomst stilzwijgend tot stand komt, zijn de partijen aan deze overeenkomst net zo gebonden als aan een schriftelijke overeenkomst. Maar er staat niets op papier. Wat geldt dan precies? In beginsel zal de rechter onderzoeken hoe partijen in de praktijk de samenwerking vorm gaven. Alleen zegt dit niets over de gewenste wijze van beëindiging van de overeenkomst, omdat opzegging zich niet eerder heeft voorgedaan tussen de partijen. 


4. Opzegbaarheid van (niet bij wet geregelde) duurovereenkomsten


4.1 Contractuele regeling opzegging

De beste oplossing is om de opzegging wel te regelen. Omdat de overeenkomst niet bij wet is geregeld, gelden er geen specifieke wettelijke opzegbepalingen. De partijen zijn daarom in beginsel vrij om een regeling voor de opzegging overeen te komen. In zo’n regeling staat bijvoorbeeld wie kan opzeggen (beide partijen of slechts één van de partijen), of en wanneer een bepaalde opzeggingsgrond nodig is en welke opzegtermijn in acht moet worden genomen. 


Het is aan te bevelen om de voorwaarden van de opzegging duidelijk te regelen. Dat kan veel geschillen hieromtrent voorkomen. Vaak regelen de partijen dat zij de overeenkomst in geval van een ernstige schending van een contractuele verplichting met onmiddellijke werking kunnen opzeggen. Dat vergt een zorgvuldige formulering. Wanneer is een schending zwaar genoeg om de opzegging per direct te rechtvaardigen (bijvoorbeeld een bepaalde betalingsachterstand)? Indien het mogelijk is om de schending te herstellen, moet de andere partij dan eerst een hersteltermijn krijgen voordat men de overeenkomst met onmiddellijke werking mag beëindigen?


4.2 Geen contractuele regeling van de opzegtermijn: welke opzegtermijn is van toepassing?

Indien er sprake is van een duurovereenkomst, maar de partijen hebben geen afspraken omtrent de opzegbaarheid van deze overeenkomst gemaakt, is het de vraag of de partijen de overeenkomst kunnen opzeggen en zo ja, met inachtneming van welke termijn. In de rechtspraak zijn de volgende regels ontwikkeld:


  • elke duurovereenkomst is in beginsel opzegbaar,
  • de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat 
  • opzegging slechts mogelijk is indien daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat;
  • een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van schadevergoeding.[6]


Wat bekent dat concreet? Slechts in heel uitzonderlijke gevallen zal een rechter oordelen dat een overeenkomst niet opzegbaar is. Een normale handelsovereenkomst is in beginsel opzegbaar. In de praktijk komt het vaak neer op de vraag of een voldoende lange opzegtermijn in acht is genomen. Over deze vraag wordt veelvuldig geprocedeerd. De jurisprudentie is casuïstisch, regelmatig zijn de omstandigheden van het geval beslissend. 

De vraag is dus, wanneer is er sprake van een voldoende dringende reden voor directe opzegging en (als er een opzegtermijn nodig is) hoe lang dient de opzegtermijn te zijn?

 

Opzegging met onmiddellijke werking om dringende redenen

Indien er een voldoende zwaarwegende grond is, kan de overeenkomst met onmiddellijke werking worden opgezegd. De reden moet zo zwaarwegend zijn dat van de opzeggende partij, onder afweging van de wederzijdse belangen en de omstandigheden van het geval, in redelijkheid niet gevergd kan worden de overeenkomst gedurende een opzegtermijn voort te zetten. Een partij is niet verplicht een overeenkomst na te komen terwijl de wederpartij zelf niet nakomt of haar contractuele plichten zwaar schendt, bijvoorbeeld door niet te betalen.[7]  


Opzegging met inachtneming van een opzegtermijn

Indien er geen dringende reden is, dient in de regel een opzegtermijn in acht te worden genomen.


De opzegtermijn dient in beginsel lang genoeg te zijn voor de opgezegde partij om haar bedrijfsvoering aan de opzegging aan te passen[8] (bijvoorbeeld om een vervangende leverancier te vinden). Bij het bepalen van de te hanteren opzegtermijn spelen veelal de volgende criteria een rol:


  • de duur van de contractuele samenwerking,
  • de mate waarin een partij afhankelijk is van de omzet die zij op grond van de duurovereenkomst maakt (hoe groot is bijvoorbeeld het aandeel van de omzet met de producten van de leverancier in de totale omzet van de distributeur),
  • de vraag hoe moeilijk het is voor de opgezegde partij om de contractuele producten dan wel diensten te vervangen,
  • de mate waarin de opgezegde partij haar bedrijfsvoering op de contractuele producten of diensten heeft afgestemd (staat bijvoorbeeld op alle bedrijfsuitingen de naam van de leverancier),
  • de vraag of de opgezegde partij investeringen in de verkoop van de contractuele producten heeft gedaan die zij nog niet kon terugverdienen.[9] 


Al naar gelang van de omstandigheden zijn in de rechtspraak opzegtermijnen van enkele weken of maanden tot één[10] of zelfs drie jaar[11] te vinden.


4.3 Inroepen opzegbeding in strijd met de redelijkheid en billijkheid 

Een beroep op een contractuele bevoegdheid om een overeenkomst op te zeggen, kan onder gegeven omstandigheden naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.[12] Met andere woorden, ook al staat in een contract dat een partij een contract met inachtneming van een bepaalde termijn kan opzeggen, dan kan deze opzegging onder omstandigheden niet geldig zijn omdat de opzegging in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Stel dat partijen in een raamovereenkomst hebben afgesproken dat iedere partij de overeenkomst met een termijn van drie maanden kan opzeggen. Als de partijen reeds meer dan 10 jaar hebben samengewerkt, kan de oorspronkelijk overeengekomen termijn van drie maanden onredelijk kort zijn. Een opzegging met een termijn van drie maanden is dan niet meer mogelijk.


• Samenwerking gedurende opzegtermijn

Gedurende de looptijd van de opzegtermijn bestaat de overeenkomst nog. De partijen dienen de overeenkomst in deze tijd nog steeds uit te voeren.


• Te korte opzegtermijn

Een opzegging in strijd met de redelijkheid en billijkheid is nietig, zij beëindigt de overeenkomst niet.[13] De opzegging is onrechtmatig en de overeenkomst loopt door. 


• Schadevergoeding

In geval van een nietige opzegging blijft de opzeggende partij aan de overeenkomst gebonden. Komt de opzeggende partij de overeenkomst dan niet meer na (omdat zij van mening is wel rechtsgeldig opgezegd te hebben), dan schendt zij de overeenkomst en is zij schadeplichtig.


• Kort geding

Indien de opgezegde partij van mening is dat de opzegging onrechtmatig en daarom nietig is, dan kan zij in kort geding nakoming eisen. In geval van een nietige opzegging zal de rechter de opzeggende partij veroordelen om de overeenkomst (voor een bepaalde periode) na te komen, onder dreiging van een dwangsom voor iedere dag dat de opzeggende partij de overeenkomst niet nakomt.


5. Opzegging van duurovereenkomsten in de praktijk

Wie een duurovereenkomst opzegt, doet er goed aan om zorgvuldig te toetsen of de opzegtermijn lang genoeg is. Zeker bij een opzegging om dringende redenen met onmiddellijke ingang is een zorgvuldige toetsing onmisbaar. Is de reden werkelijk zo dringend dat verdere samenwerking onder de gegeven omstandigheden niet gevergd kan worden? Bij een opzegging is het regelmatig alles of niets: of de opzegging is geldig en beëindigt de samenwerking ofwel de opzegging is onrechtmatig en heeft geen rechtsgevolg. Een conversie (automatische omzetting) van een te korte opzegtermijn in een langere opzegtermijn is mogelijk, maar in de praktijk zeldzaam.[14] 


Wie een overeenkomst met een te korte opzegtermijn opzegt, komt snel tussen twee vuren te zitten. Wie een duurovereenkomst beëindigt, wil vaak met een nieuwe zakenpartner in zee gaan. Indien de opzegging van de oude overeenkomst nietig is, dan dreigt de situatie dat de opzeggende partij tegenover twee partijen gebonden is, namelijk tegenover de oude wiens contract niet (geldig) werd beëindigd en tegenover de nieuwe waarmee hij mogelijk (te snel) al een contract is aangegaan.


Omdat een wettelijke regeling ontbreekt en de gerechten bij een opzegging altijd alle omstandigheden van het geval meewegen om te beoordelen of de opzegging geldig is, is het antwoord op de vraag welke opzegtermijn redelijk is vaak met een bepaalde rechtsonzekerheid verbonden. 


Concluderend kan ik stellen, dat het economische belang van veel duurovereenkomsten groot is. De vraag met welke termijn een duurovereenkomst beëindigd kan worden, zal de praktijk en de gerechten daarom ook in de toekomst nog blijven bezighouden.



                       
Voetnoten

1.       Valk 2023, T&C Vermogensrecht, art.6:248 BW, aant. 5. 

2.       Asser/Houben 7-X 2019/1.

3.       Asser/Houben 7-X 2019/100.

4.       HR 21 oktober 1988, NJ 1990, 439, Mondia/Calanda.

5.       Asser/Houben 7-X 2019/103.

6.       HR 2 februari 2018, NJ 2018/98, Goglio S.P.A./SMQ Group BV, r.o. 3.6.2.

7.       Asser/Houben 7-X 2019/127.

8.       Hof Amsterdam, 6 april 2010, Automatic Systems/Methon, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2023, r.o. 4.12.

9.       Asser/Houben 7-X 2019/132; Hof Amsterdam, 6 april 2010, Automatic Systems/Methon, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2023, r.o. 4.12; Hof Amsterdam, 5 januari 2016, X Verf/PPG Coatings Nederland B.V.; ECLI:NL:GHAMS:2016:18, r.o. 3.3.5, 3.3.6.

10.   Hof Amsterdam, 5 januari 2016, X Verf/PPG Coatings Nederland B.V.; ECLI:NL:GHAMS:2016:18, r.o. 3.3.5.

11.   Hof Amsterdam, 6 april 2010, Automatic Systems/Methon, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2023, r.o. 4.14.

12.   HR 2 februari 2018, NJ 2018/98, Goglio S.P.A./SMQ Group BV, r.o. 3.6.3.

13.   Hof Amsterdam, 6 april 2010, Automatic Systems/Methon, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2023, r.o. 4.12; Hof Amsterdam, 5 januari 2016, X Verf/PPG Coatings Nederland B.V.; ECLI:NL:GHAMS:2016:18, r.o. 3.3.5, 3.3.6.

14.   Asser/Houben 7-X 2019/133.



                             
       





      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Hoe beëindig je een langdurige overeenkomst?
      mr. Joachim Staab (Partner Rechtsanwalt en advocaat, bij Van Diepen Van der Kroef ) 20 februari 2024


      Deel deze post
      ArchiEF

      Emballageruil: van ruilen komt huilen