Overslaan naar inhoud

Spanbanden, we ratelen maar raak!


Verplichting om de lading goed te zekeren

De afzender is verplicht de goederen in de vrachtwagen te laden en te stuwen (artikel 4 AVC). Na de inontvangstneming van de lading controleert de chauffeur, of de lading goed gezekerd is (artikel 9 lid 5 AVC). Door bijvoorbeeld spanbanden te gebruiken wordt voorkomen dat de lading gaat schuiven tijdens het transport.

In Nederland bestaan geen specifieke wettelijke aanwijzingen, hoe de lading gezekerd moet worden. Slechts staan in de Regeling Voertuigen de algemene eisen die gelden voor het beladen van een voertuig.

Artikel 5.18.6 Regeling voertuigen


1. De lading of delen daarvan moeten zodanig zijn gezekerd dat deze onder normale verkeerssituaties, waaronder begrepen volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, niet van het voertuig kunnen vallen of de stabiliteit van het voertuig in gevaar kunnen brengen. Om hieraan te voldoen moet de lading of delen daarvan minimaal de volgende versnellings- of vertragingskrachten kunnen weerstaan:

  • a. in de rijrichting: 0,8 maal het gewicht van de lading;
  • b. in de zijwaartse richting: 0,5 maal het gewicht van de lading en bij kantelgevaar 0,6 maal het gewicht van de lading;
  • c. in de achterwaarts richting: 0,5 maal het gewicht van de lading;

In aanvulling hierop moet lading zodanig zijn gezekerd dat deze door opwaartse krachten niet van het voertuig kan vallen.

2. Losse lading die naar haar aard niet op of aan het voertuig bevestigd kan worden, moet deugdelijk zijn afgedekt indien gevaar of hinder ontstaat of kan ontstaan als gevolg van afvallende of wegwaaiende lading.

Artikel 5.18.6 lid 5 van de Regeling voertuigen, die voor een ieder geldt, niet alleen beroepsmatig goederenvervoer, geeft aan dat vastzetsystemen, zekeringssystemen, stuwagemiddelen en onderdelen daarvan goed moeten functioneren en geschikt moeten zijn voor het doel waarvoor ze worden gebruikt. Artikel 5.18.6 geldt voor de chauffeur en de eigenaar of houder van het voertuig; niet voor de opdrachtgever.


Op Europees niveau bestaat de Europese adviesrichtlijn voor ladingzekering. In deze adviesrichtlijn zijn EN-normen (EN 12195-1 en voor spanbanden EN 12195-2) opgenomen.  Europese wetgeving zal er niet snel komen, omdat dergelijke wetgeving door  technische ontwikkelingen snel verouderd. De landen van de EU bepalen zelf of ze de ambtelijke aanbevelingen in hun eigen wetgeving opnemen. In onder andere België en Duitsland is dat het geval, maar niet in Nederland

Daarom in dit artikel verder geen juridische verwijzingen meer, maar wel  krijgt u praktische uitleg, welke rol spanbanden spelen bij het voldoen aan de natuurkundige wetten van massa, wrijving en voorwaartse, zijwaartse en achterwaartse krachten.

Spanbanden en labels

Een label op een spanband (ook wel sjorband genoemd) bevat belangrijke informatie over de eigenschappen en het correcte gebruik van de band.

Spanbanden kunnen worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën: 1-delige en 2-delige spanbanden.

1-delige spanbanden bestaan uit één deel, namelijk een ratel of gesp en een stuk bandweefsel, ook wel bekend als een eindeloze spanband.

2-delige spanbanden bestaan uit twee delen. Het eerste deel, het rateldeel, bevat een ratel, verschillende haakvarianten en een stuk bandweefsel met een standaard lengte van 0,50 m. Het tweede deel bestaat uit een stuk bandweefsel en een haak, die in de ratel wordt geplaatst en vervolgens wordt aangetrokken.

Spanbanden worden geleverd in standaard breedtes van bandweefsel: 25 mm, 35 mm, 50 mm en 75 mm. Hoe breder het bandweefsel, hoe sterker de spanband.


daN versus kilogram

De krachtspecificaties op het label van een spanband worden weergegeven in decaNewton (daN), niet in kilogrammen. Toch wordt in de praktijk vaak aangenomen dat 1 daN ≈ 1 kg, wat een redelijke benadering is (1.000 kg ≈ 981 daN).




Normering spanbanden

De verscheidenheid aan ladingzekeringsmiddelen lijkt eindeloos. Toch zijn er belangrijke overwegingen bij aanschaf en gebruik. De voorwaarden waar bijvoorbeeld spanmiddelen aan moeten voldoen, worden in Europese normen (EN) voorgeschreven. In het geval van spanbanden is de EN 12195-2 uit het jaar 2000 van toepassing.

EN 12195-2 beschrijft sjorbanden gemaakt van kunststofvezels, die zowel als één geheel of in twee delen kunnen worden vervaardigd. Doorgaans zijn ze uitgerust met een ratelsysteem om de sjorband op spanning te brengen door aan de hendel van de ratel te trekken of er tegenaan te duwen. Tijdens het vervoer moet de ratel altijd worden geblokkeerd. Spanbanden volgens EN 12195, deel 2, dienen de volgende aanduidingen te bevatten:


  • Vermelding van de norm EN 12195, deel 2: Op het etiket van een spanband moet volgens de Europese norm EN 12195-2 deze norm vermeld staan. Vaak wordt daarbij een nationale afkorting gebruikt, zoals NEN EN 12195-2 voor Nederland.
  • Op het etiket moet duidelijk worden aangeven dat de spanband uitsluitend bedoeld is voor het vastsjorren van lading en niet voor hijstoepassingen.

STF (Standard Tension Force), voorspankracht van het spanmiddel

Dit is de kracht opgebouwd door handkracht die behouden blijft als een constante voorspankracht in de spanband. Het is een kracht die continu op de lading inwerkt, waardoor de wrijvingskracht toeneemt. Dynamische krachten tijdens transport kunnen echter invloed hebben op de voorspankracht. Vereisten voor een optimale voorspankracht zijn:

  • Hoogwaardige ratel
  • Hoekbeschermers
  • Sjorhoek tussen 83-90 graden
  • Homogene laadeenheid


SHF (Standard Hand Force), de normale handkracht

Dit is de kracht die moet worden uitgeoefend om het spanelement aan te spannen. Deze kracht is op basis van ergonomie vastgesteld op 50 daN. Het gebruik van mechanische hulpmiddelen, zoals hefbomen en stangen, is niet toegestaan, tenzij ze deel uitmaken van de spaninrichting.


LC (Lashing Capacity), de toegestane trekkracht

Dit is de maximale kracht waarmee een spanband is ontworpen voor gebruik in een rechte lijn of omsnoering.



Fabrikant

Bovenaan het etiket moet duidelijk de naam van de fabrikant of distributeur staan. Dit maakt inzichtelijk wie verantwoordelijk is voor de productie of het op de markt brengen van de spanband. Verkoopt een bedrijf spanbanden onder eigen naam, dan geldt het bedrijf als distributeur, ook als een ander bedrijf de spanbanden heeft geproduceerd.


Aanduiding materiaalsoort

Overwegend wordt polyester (PES) gebruikt als materiaal; spanbanden gemaakt van dit materiaal hebben een blauw etiket. De kleur van de spanband mag naar keuze worden bepaald.

  • Polyester - Dit materiaal verliest enige kracht wanneer het nat is, maar is zeer goed bestand tegen zuren van gemiddelde sterkte, al kan het beschadigd raken door basen. Het materiaal is niet erg rekbaar, waardoor de band tijdens het transport op spanning blijft.
  • Polyamide - Kan tot 15 procent van de sterkte verliezen wanneer het nat is. Het is goed bestand tegen basen, maar kan beschadigd raken door zuren van gemiddelde sterkte.
  • Polypropyleen - Deze stof is bestand tegen invloed van chemicaliën en heeft een zeer hoge rek.


Productiedatum en keuring

Hoewel vaak wordt gedacht dat de productiedatum iets zegt over de houdbaarheid van een spanband, klopt dit niet. Er is geen vaste levensduur: een spanband mag gebruikt worden zolang deze geen schade of gebreken vertoont. Wel geldt dat spanbanden regelmatig gekeurd moeten worden, zoals elk arbeidsmiddel. De werkgever bepaalt wie deze keuring uitvoert, mits dit een deskundige is volgens artikel 7.4a lid 5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.


Lengte van de spanband

De lengte van de spanband, vaak 0,50 m voor het vaste deel met de ratel, moet vermeld staan op het etiket. Is de band ingekort dan kan de opgegeven lengte afwijken zonder gevolgen voor het gebruik.


Ongevallen door ondeugdelijke ladingzekering

De afgelopen tijd zijn er regelmatig zware ongevallen in het nieuws geweest door onvoldoende ladingzekering. In Nederland worden jaarlijks zo'n 5000 meldingen van ondeugdelijke ladingzekering geregistreerd, wat neerkomt op ongeveer 14 per dag.

Stel dat er een ongeval plaatsvindt en men wil onderzoeken of de lading goed was gezekerd. Daarvoor is de informatie op  de labels over de waarden van de spanband onmisbaar. De norm schrijft voor dat het label onder het stikgedeelte van de band moet worden ingestikt, met daarop de herhaalde waarden. Deze gegevens maken het mogelijk om altijd een berekening te maken. Het is dus essentieel dat het label altijd op de spanband aanwezig is. Om aan de norm te voldoen moet het label intact zijn en moeten alle waarden leesbaar blijven zonder de band te beschadigen. Als er geen label wordt aangetroffen of er helemaal geen spanbanden zijn gebruikt, zal bij een berekening door de handhaving in eerste instantie worden uitgegaan van een gunstige aanname van 500 daN STF, aangezien dit doorgaans de hoogste waarde is die met een standaard spanband kan worden bereikt.


De kleur van de spanband zelf zegt niets over de kwaliteit of werking en speelt geen rol bij het vastzetten van lading. Wat wél verplicht is, is de vermelding van de rek van het materiaal. Die mag volgens de norm niet meer dan 7% bedragen.


Kennis die je lading veilig houdt

De hardware, zoals de ratel en haken, moet een veiligheidsfactor hebben van minimaal 2 keer de LC-waarde (Lashing Capacity), de toegestane trekkracht. De sjorband zelf, ongewijzigd, moet een veiligheidsfactor hebben van minimaal 3 keer de LC-waarde. De norm schrijft voor dat er tenminste een rotatie van 2 ¹⁄ omwentelingen rondom de as  kan plaatsvinden  om het loskomen van de band te voorkomen.

Om stabiliteitsredenen moeten vrijstaande laadeenheden worden vastgezet met minimaal één paar spanbanden bij wrijvingskracht zekeren en twee paar spanbanden voor een directe zekering.

Vanwege verschillend gedrag en rek onder belasting, mogen verschillende sjormiddelen (bijv. sjorkettingen en spanbanden) niet tegelijkertijd worden gebruikt voor dezelfde lading.


Tips & tricks samengevat

  • Gebruik uitsluitend onbeschadigde spanbanden.
  • Overbelast de spanband niet boven zijn Lashing Capacity (LC).
  • Gebruik de spanbanden niet om lasten te hijsen.
  • Plaats geen lading op de spanband.
  • Span de banden niet over scherpe kanten.
  • Zorg ervoor dat er een duidelijk leesbaar etiket aanwezig is.
  • Rol het overtollige gedeelte van de spanband op bij het laden en voorkom dat het gaat slingeren.
  • Zorg ervoor dat spanbanden worden gebruikt voor het beoogde doel.
  • Het is acceptabel dat de spanband gedraaid zit om wapperen en geluidshinder te voorkomen, maar houd er rekening mee dat dit kan leiden tot verlies van voorspankracht (Stf).
  • Indien de spanbanden te lang zijn, mogen ze permanent worden ingekort.
  • In geval van twijfel, vervang een spanband tijdig.
  • Een spanband mag niet worden geknoopt, omdat dit leidt tot meer dan 70% verlies van de sterkte.
  • Het maakt niet uit hoe de haak in het sjorpunt wordt gehaakt. Er is geen specifieke regelgeving. Het belangrijkste is dat de haak in de ronding van het sjorpunt wordt belast en niet op de punt rust. Als de haak goed in de ronding ligt, kan deze de optredende krachten effectief opvangen.
  • Controleer regelmatig de ladingzekering tijdens de reis, bij voorkeur na enkele kilometers op een veilige stopplaats.
  • Controleer ook na krachtig remmen of andere abnormale situaties tijdens het rijden.

Wanneer functioneert een spanband nog goed en is deze nog geschikt voor het doel?

Belangrijk is dat de band geen schade of gebreken vertoont. Voordat de spanband wordt gebruikt, moet altijd een visuele inspectie worden uitgevoerd om te controleren of de band in goede staat is. Als er twijfel bestaat over de conditie van de spanband, moet deze worden vervangen.


Afkeur

Spanbanden moeten worden afgewezen of voor reparatie worden teruggestuurd naar de fabrikant als ze tekenen van beschadiging vertonen. De volgende constateringen worden als tekenen van schade beschouwd:

• Alleen spanbanden met de juiste identificatielabels mogen worden gerepareerd;

• Als er per ongeluk contact is met chemische producten, moet een spanband buiten gebruik worden gesteld en de fabrikant of leverancier wordt geraadpleegd;

• Voor spanbanden (af te wijzen): scheuren, sneden, inkepingen en breuken in dragende vezels en vasthoud steken;

• Vervormingen als gevolg van blootstelling aan hitte;

• Voor eindfittingen en spaninrichtingen: vervormingen, spleten, uitgesproken tekenen van slijtage, tekenen van corrosie.

• Er mogen alleen leesbaar gemarkeerde en geëtiketteerde spanbanden worden gebruikt.


Tenslotte

Veel spanbanden voldoen niet aan de geldende norm, wat risico’s voor de veiligheid met zich mee kan brengen. Voor verwarring zorgt de CE-markering op sommige (goedkope) spanbanden. Deze markering hoort bij de Machinerichtlijn, waarin precies staat welke producten het CE-keurmerk mogen dragen. Ladingzekeringsmiddelen zijn daarin nadrukkelijk uitgesloten!

Toch komen in de praktijk regelmatig spanriemen met een CE-keurmerk op het label voor, terwijl dit niet is toegestaan. Hoewel dit de sterkte van de band niet direct beïnvloedt, voldoet hij daarmee niet aan de norm. Datzelfde geldt wanneer het label ontbreekt: de band is dan misschien nog sterk genoeg, maar niet meer normconform – en dat gebeurt helaas vaak.


      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Spanbanden, we ratelen maar raak!
      Niels Bouwmeester, Eumos expert member bij Cargo Coaching 12 juni 2025


      Deel deze post
      ArchiEF

      Document codes in the customs declaration
      Know what you're declaring