Vraag uit de praktijk: Betaling en POD

Weg en Wagen 64 | Oktober 2011 | Jaargang 25

Inleiding

De afzender wil alleen de vracht te betalen aan de papieren vervoerder tegen aflevering van de getekende ontvangstbewijzen (POD; Proof of Delivery). Kan deze importeur inderdaad betaling van de vracht weigeren?

De vraag:

Een Duitse importeur geeft een expeditiebedrijf opdracht tot inklaring van containers in de Rotterdamse Haven. Ook moet dat bedrijf zorg dragen voor de logistieke afhandeling van de goederen. Dat wil zeggen het uitpakken en overladen van de goederen alsmede de distributie van deze goederen naar vestigingen van een supermarktketen verspreid in Europa. De opdracht tot het verdere vervoer in Europa neemt dit bedrijf aan in zijn hoedanigheid van contractuele of papieren vervoerder. Deze contractuele vervoerder schakelt voor het feitelijke vervoer weer diverse andere vervoerders in.

Nadat deze contractuele vervoerder aan zijn opdrachtgever (de Duitse importeur) de vracht heeft gefactureerd, weigert deze betaling omdat er geen ontvangstbewijzen (de bewijzen die de feitelijke vervoerders van de ontvangers krijgen wanneer zij de goederen afleveren) aan de importeur zijn overgelegd. De contractuele vervoerder is ook niet meer in staat om de ontvangstbewijzen alsnog te verkrijgen van zijn ondervervoerders. Zijn eigen administratie is niet helemaal op orde. Bovendien is een aantal van de ondervervoerders inmiddels failliet en de geadresseerden weigeren hun medewerking om de ontvangst van de goederen alsnog te bevestigen. Wel blijkt dat de geadresseerden voor de meeste zendingen al aan de importeur (tevens afzender onder de vervoerovereenkomst) de koopprijs hebben betaald.

Deze importeur/afzender wil, als gezegd, alleen de vracht te betalen aan de papieren vervoerder tegen aflevering van de getekende ontvangstbewijzen (POD; Proof of Delivery). Kan deze importeur inderdaad betaling van de vracht weigeren?

Antwoord

Het CMR Verdrag regelt niets omtrent betaling van de vrachtprijs. Hoewel in art. 13 CMR vermeld staat dat de geadresseerde verplicht is een ontvangstbewijs af te geven aan de vervoerder bij aflevering van de goederen, is in de CMR niet geregeld dat de afzender alleen maar verplicht is om de vracht te betalen wanneer de vervoerder aan die afzender weer ontvangstbewijzen kan overleggen.

Volgens art. 8:1128 BW dient de afzender de vracht al te betalen op het ogenblik dat de vervoerder de goederen ten vervoer ontvangt of, wanneer een vrachtbrief wordt afgegeven, bij het afgeven van die vrachtbrief. Hetzelfde staat in art. 7 lid 1 AVC 2002. In de praktijk echter accepteert de vervoerder dat de vracht pas wordt betaald nadat de factuur is verzonden en meestal wordt dan nog een betalingstermijn gegeven van 14 of 30 dagen. Als er door de vervoerder en afzender niet uitdrukkelijk is afgesproken dat de vracht alleen maar betaald hoeft te worden door de afzender tegen overlegging door de vervoerder van die ontvangstbewijzen, kan de afzender niet weigeren de vracht te betalen omdat die POD’s nog niet aan hem zijn overgelegd. Dat wordt pas anders wanneer daarover duidelijk - en bij voorkeur schriftelijk - afspraken zijn gemaakt.

                             
       





      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Vraag uit de praktijk: Betaling en POD
      mr. Shula Stibbe (Algemeen Secretaris van Stichting Vervoeradres) 30 september 2011


      Deel deze post
      ArchiEF

      Vraag uit de praktijk: Is een foto ook een ontvangsbewijs?
      Weg en Wagen 91 | Oktober 2020 | Jaargang 34