Praktijkboek voor de Vrachtbrief
5. Vrachtbrief is wettelijk verplicht
Van chauffeur tot directeur
Op de vrachtbrief voor binnenlands vervoer zijn er twee wetten van toepassing. De Wet wegvervoer goederen met de bijbehorende Regeling wegvervoer goederen, en het Burgerlijk Wetboek (boek 8). Op de vrachtbrief voor grensoverschrijdend vervoer is het CMR-verdrag van toepassing.
De Wet wegvervoer goederen is bedoeld als marktordening en is publiekrecht (de overheid bepaalt aan welke kaders marktpartijen moeten voldoen). Burgerlijk Wetboek en CMR-verdrag regelen de vervoerovereenkomst, waarvan de vrachtbrief onderdeel is.
In aanvulling op het CMR-verdrag en het Burgerlijk Wetboek wordt in de vervoerovereenkomst meestal ook de AVC (algemene voorwaarden) gebruikt. Op de vrachtbrief wordt dan naar de AVC verwezen.
1. Wet / Regeling wegvervoer goederen
Volgens de Wet wegvervoer goederen is het verboden om beroepsvervoer te verrichten of te doen verrichten indien met betrekking tot dat vervoer geen vrachtbrief is opgemaakt; of de volledig en juist ingevulde vrachtbrief niet getoond kan worden bij controle. Bij eigen vervoer is er geen vrachtbrief nodig.
Eigen vervoer
Is een vrachtbrief verplicht voor vervoer tussen twee bedrijven met dezelfde holding?
U kunt zonder vrachtbrief rijden als beide bedrijven onderdeel zijn van dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en/of de omzetbelasting. Dit heet concernvervoer. Dit geldt alleen voor binnenlands vervoer. Alleen Nederland ziet concernvervoer als "eigen vervoer". In het buitenland is eigen vervoer voor een dochter- of zusterbedrijf niet mogelijk. U kunt buiten Nederland alleen zonder vrachtbrief rijden als de goederen, het voertuig, en de chauffeur uw eigen bedrijf zijn.
Een uitzondering van de vrachtbriefverplichting bestaat bij vervoer van a. levende dieren; b. landbouwproducten van de teeltplaats naar de veiling en van tot dit vervoer gebezigde ledige verpakkingsmiddelen van de veiling naar de teeltplaats; c. inboedels; d. losgestorte goederen, of e. postzendingen.
Artikel 15.1 van de Regeling wegvervoer goederen vermeldt welke gegevens op de vrachtbrief moeten worden vermeld. Daarnaast mag je ook andere gegevens of instructies op de vrachtbrief zetten. De verplichte gegevens zijn: a. de naam en het adres van de afzender; b. de naam en het adres van de vervoerder; c. de naam en het adres van de geadresseerde; d. de gebruikelijke aanduiding van de aard van de goederen; e. het brutogewicht of de op andere wijze aangegeven hoeveelheid van de goederen.
Let op: per 1 januari 2021 kunnen vervoerder en/of de afzender een boete krijgen voor het onjuist invullen van de vrachtbrief! Een en ander staat vermeld in artikel 15.5 Regeling wegvervoer goederen. Onder andere is vanaf die datum de afzender verplicht om de plaats en de datum van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering der goederen correct te vermelden. Zie voor meer informatie Controle onderweg
2. Burgerlijk wetboek, boek 8
De bepalingen in boek 8 BW geven regels voor de vervoerovereenkomst van goederen over de weg. De vrachtbrief heeft in deze wet de functie om de afspraken uit de vervoerovereenkomst vast te leggen in een document. De vrachtbrief speelt een grote rol in de overdracht van de goederen, eerst van afzender naar vervoerder, eventueel ook van vervoerder naar vervoerder, en tenslotte bij aflevering van vervoerder naar geadresseerde. Door de vrachtbrief te ondertekenen en (eventueel) een voorbehoud te maken ontstaat een document, dat als bewijs gebruikt kan worden in geval van schadeclaims.
Artikel 8:1119 lid 2 BW vermeldt welke gegevens in ieder geval op de vrachtbrief moeten komen te staan: a. afzender; b. de goederen; c. plaats van inontvangstneming; d. plaats van aflevering; e. geadresseerde; f. vervoerder; g. wat afzender en vervoerder ook nog willen vermelden.
3. CMR-verdrag
Het CMR-verdrag is in de 56 lidstaten geldig. Het verdrag is dwingend recht en zet dus nationale wetten, die over hetzelfde onderwerp gaan, opzij. Het verdrag regelt de internationale vervoerovereenkomst. Het verdrag geeft met name regels voor de vrachtbrief en voor de aansprakelijkheid van de vervoerder. Wij adviseren om in aanvulling op het CMR-verdrag ook de AVC van toepassing te verklaren, omdat veel praktische zaken niet in het verdrag zijn geregeld, bijvoorbeeld laden en lossen, retentierecht.
In artikel 6 lid 1 CMR staat welke onderwerpen moeten worden vermeld op de vrachtbrief: a. plaats en datum van het opmaken van de vrachtbrief; b. afzender; c. vervoerder; d. plaats en datum van inontvangstneming; e. plaats van aflevering; f. geadresseerde; g. aard van de goederen en verpakkingswijze en benaming van eventuele gevaarlijke stoffen; h. aantal colli; i. brutogewicht of hoeveelheid; j. kosten van het vervoer; k. instructies voor douane; l. de aanduiding dat het vervoer, ongeacht enig tegenstrijdig beding, is onderworpen aan de bepalingen van dit Verdrag.
In lid 2 van hetzelfde artikel staan onderwerpen, die alleen vermeld moeten worden indien van toepassing: a. het verbod van overlading; b. de kosten, welke de afzender voor zijn rekening neemt; c. het bedrag van het bij de aflevering van de goederen te innen remboursement; d. de gedeclareerde waarde der goederen en het bedrag van het bijzonder belang bij de aflevering; e. de instructies van de afzender aan de vervoerder voor wat betreft de verzekering der goederen; f. de overeengekomen termijn, binnen welke het vervoer moet zijn volbracht; g. de lijst van bescheiden, welke aan de vervoerder zijn overhandigd.
In lid 3 van hetzelfde artikel wordt nog vermeld, dat de partijen in de vrachtbrief iedere andere aanduiding, welke zij nuttig achten, kunnen opnemen.