Meer dan tien jaar na de totstandkoming van het e-CMR Protocol is de papieren vrachtbrief in de praktijk nog steeds de norm. Meerdere proefprojecten willen het gebruik van digitale vrachtbrieven bij internationaal vervoer over de weg stimuleren. De Benelux-landen wensen daarbij met het intra-Benelux proefproject een voortrekkersrol te vervullen. Tegelijkertijd is het eCMR protocol niet van kracht in de buurlanden Belgie en Duitsland. Deze bijdrage wil een overzicht geven omtrent de stand van zaken van de e-CMR, de digitale CMR-vrachtbrief.
1. e- CMR Protocol
In 2008 is het zogenaamde e-CMR Protocol tot stand gekomen. Het e-CMR Protocol is een aanvullend protocol bij het CMR–verdrag inzake het gebruik van een digitale vrachtbrief. Doel is het om facultatief een digitale vrachtbrief in plaats van een papieren vrachtbrief te gebruiken. Een digitale vrachtbrief, die voldoet aan de voorwaarden van het e-CMR Protocol, wordt als gelijkwaardig beschouwd aan de papieren CMR – vrachtbrief. Hij heeft dezelfde bewijskracht en dezelfde gevolgen als een papieren CMR–vrachtbrief.[1]
Het e-CMR Protocol is in 2011 in werking getreden. Tot en met januari 2018 zijn 18 landen lid geworden bij het e-CMR Protocol, waaronder Nederland.[2]
In Nederland bepaalt artikel 8:1119 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dat de ondertekening van een vrachtbrief kan worden gedrukt of door een stempel dan wel kenmerk van oorsprong kan worden vervangen. Dat laatste kan een elektronische handtekening zijn. In artikel 5 lid 4 van de Algemene Vervoerscondities (AVC) is opgenomen dat de vrachtbrief op elektronische wijze tot stand kan komen. Artikel 2 lid 3 AVC bepaalt dat een vrachtbrief die via het TransFollow-platform elektronisch is opgemaakt en elektronisch is ondertekend dezelfde bewijskracht heeft als een papieren vrachtbrief.
Onze buurlanden België en Duitsland zijn nog geen lid bij het e-CMR Protocol. Wat betekent dat voor het vervoer over de weg vanuit Nederland met een digitale vrachtbrief? Daarover hieronder meer.
2. Het belang van een digitale vrachtbrief
2.1 Voordelen
Het intra-Benelux proefproject is geïnitieerd vanuit de gedachte dat een digitale vrachtbrief veel voordelen biedt. Zo wordt het papierwerk verminderd en valt de papieren opslag van de vrachtbrieven weg. Omdat de digitale vrachtbrief sneller verzonden kan worden, kunnen de betrokken ondernemingen ook sneller factureren. Volgens de Rijksoverheid kan het gebruik van een digitale vrachtbrief:
EUR 80 miljoen aan administratieve rompslomp voor het Nederlandse bedrijfsleven besparen;
tot een besparing van EUR 4,50 per vrachtbrief voor Nederlandse transportondernemers leiden;
mogelijkheden voor track & trace bieden, waarmee de opdrachtgevers op elk moment de locatie van hun lading kunnen achterhalen en zo de planning hierop kunnen aanpassen;
hulpdiensten in geval van nood de mogelijkheid bieden om gemakkelijk te achterhalen welke lading een vrachtwagen vervoert, bijvoorbeeld of gevaarlijke stoffen worden vervoerd;
het milieu ontzien, het zou alleen al in Nederland tot een besparing van zo’n 600 volle vrachtwagens aan bedrukt papier kunnen leiden.[3]
2.2 Nadelen
Ondernemingen schuwen mogelijk de kosten, die aan een overstap naar een digitale vrachtbrief zijn verbonden. De ondernemers moeten immers in de vereiste techniek investeren. Bovendien kleven aan digitale communicatie naast voordelen ook nadelen. Denk aan mogelijke storingen of het risico op inbreuk, c.q. hacken. De digitale vrachtbrief dient net zo betrouwbaar te zijn als een papieren vrachtbrief. Het onderzoek naar de betrouwbaarheid en veiligheid van de digitale vrachtbrief gaf mede aanleiding voor het intra-Benelux proefproject met de digitale vrachtbrief.[4] Men moet ervan uit kunnen gaan dat met een elektronische vrachtbrief niet geknoeid kan worden. Het moet onmogelijk zijn voor bijvoorbeeld een vervoerder om de opmerkingen van de geadresseerde over een beschadiging van de goederen te verwijderen.
De betrouwbaarheid en veiligheid van de digitale vrachtbrief dient gewaarborgd te worden, omdat een vrachtbrief meerdere belangrijke functies heeft.
3. De functies van de vrachtbrief
De vrachtbrief heeft publiekrechtelijke een privaatrechtelijke functies.
In Nederland is het publiekrechtelijk verboden om beroepsvervoer te verrichten, indien met betrekking tot dat vervoer geen vrachtbrief is opgemaakt. Deze verplichting vloeit voort uit de Wet Wegvervoer goederen.[5] Beroepsvervoer is vervoer van goederen met een of meer vrachtauto’s dat tegen vergoeding van een of meer derden wordt verricht, niet zijnde eigen vervoer.[6] De vrachtbrief dient in de auto aanwezig te zijn.[7] De Nederlandse wetgever heeft in de mogelijkheid voorzien dat in plaats van een papieren vrachtbrief een digitale vrachtbrief wordt gebruikt.[8] Het is dan niet verplicht om een papieren vrachtbrief mee te voeren. De vrachtbrief is een controlemiddel voor de handhavende instanties.
De belangrijkste privaatrechtelijke functie van de vrachtbrief is de bewijsfunctie. De vrachtbrief levert bewijs van de inhoud van de vervoerovereenkomst en van de ontvangst van de goederen door de vervoerder. De vrachtbrief levert bovendien bewijs op van het aantal en de staat van de goederen bij ontvangst of aflevering door de vervoerder.[9]
Daarnaast heeft de vrachtbrief nog andere privaatrechtelijke functies, bijvoorbeeld in verband met het beschikkingsrecht over de goederen van de afzender of de geadresseerde.[10]
4. Proefprojecten
Inmiddels zijn er meerdere zogenaamde proefprojecten in verschillende landen om de digitale vrachtbrief in de praktijk te testen.
4.1 Test tussen Frankrijk en Spanje
De International Road Union (IRU) heeft begin 2017, samen met de Spaanse en Franse wegvervoersorganisaties ASTIC en FNTR, een eerste vervoer met een e-CMR vrachtbrief georganiseerd.[11] Spanje en Frankrijk zijn beiden lid bij het e-CMR Protocol.
4.2 Intra-Benelux proefproject met de digitale vrachtbrief
In de Benelux zijn Luxemburg en Nederland lid van het e-CMR Protocol. België heeft het e-CMR Protocol weliswaar ondertekend, maar nog niet geratificeerd en is daarom nog geen lid.
Grondslag van het proefproject is de Beschikking van het Benelux Comité van Ministers betreffende een intra-Benelux proefproject met de digitale vrachtbrief (hierna: de Beschikking). De Beschikking is samen met een memorie van toelichting gepubliceerd in het Benelux Publicatieblad.[12] Het proefproject is op 1 december 2017 van start gegaan voor een periode van drie jaar.[13] Insteek is om te testen of de digitale vrachtbrief net zo betrouwbaar en veilig is als een papieren vrachtbrief.
Ik geef een korte beschrijving van de belangrijkste regels van de Benelux beschikking. Het proefproject is beperkt tot het internationaal vervoer tussen de Benelux-landen en nationaal vervoer verricht binnen de Benelux-landen, met inbegrip van cabotage-vervoer.[14]
De Beschikking bevat gedetailleerde voorschriften omtrent de digitale vrachtbrief. Deze voorschriften bepalen onder meer het volgende:
De digitale vrachtbrief is uniek genummerd, de nummering identificeert de erkende leverancier en het Benelux-land waar de opmaker is gevestigd;
De digitale vrachtbrief wordt door de partijen bij de vervoersovereenkomst gewaarmerkt door middel van een betrouwbare digitale ondertekening die de koppeling aan de digitale vrachtbrief waarborgt;
De digitale vrachtbrief is toegankelijk voor de afzender, de vervoerder en de geadresseerde en kan door hen gedownload worden;
De digitale vrachtbrief is toegankelijk in het voertuig en wordt vertoond op elk verzoek van de met de controle belaste ambtenaren, die deze desgevraagd kunnen downloaden;
De digitale vrachtbrief wordt gedurende ten minste vijf jaar na datum van het vervoer door de vervoersonderneming die hem gebruikt bewaard en wordt chronologisch gerangschikt;
De digitale vrachtbrief vermeldt alle gegevens die op de papieren vrachtbrief moeten worden vermeld;
Op verzoek van de geadresseerde bezorgt de afzender hem onmiddellijk per post een afdruk van de digitale vrachtbrief.[15]
Niet iedereen mag een elektronische vrachtbrief aanbieden. Dat is voorbehouden tot de softwareleveranciers, die voor 1 september 2018 een aanvraag hebben ingediend om als erkende leverancier van e-CMR-software toegelaten te worden tot de proef. De leverancier diende economische activiteiten in een Benelux-land te verrichten om tot de proef te worden toegelaten.[16]
Een digitale vrachtbrief die aan de voorwaarden van de Beschikking en het e-CMR Protocol voldoet, heeft dezelfde werking als een papieren vrachtbrief.[17]
4.3 AEOLIX–project e-CMR
AEOLIX staat voor Architecture for EurOpean Logistics Information eXchange. Het project van AEOLIX dient ertoe om het papierloos transport in Europa te stimuleren. Het project wordt medegefinancierd door de Europese Unie. De leden van de IRU in Tsjechië, Duitsland, Roemenië en Servië en het Griekse Ministerie van Transport zijn betrokken bij het project. Onderdeel van het project is de test van de elektronische CMR-vrachtbrief.[18]
5. Transito met de e-CMR
België test de elektronische vrachtbrief in het kader van Intra-Benelux proefproject. Hoe staat het met onze oosterburen? Wat geldt in geval van een vervoer van goederen van Nederland via Duitsland (geen lid van het e-CMR Protocol) naar Tsjechië (wel lid van het e-CMR Protocol)?
5.1 Publiekrechtelijk
Publiekrechtelijk zit het als volgt bij onze oosterburen. In Duitsland bepaalt § 7 lid 1, eerste zin, sub 3 van het Güterkraftverkehrsgesetz (GüKG) dat een vervoerder begeleidende papieren bij zich dient te hebben waaruit de lading, het laad- en losadres en de opdrachtgever blijken. Dat is regelmatig de vrachtbrief.[19] Mocht een vervoerder zijn verplichting om de begeleidende papieren bij zich te hebben niet nakomen, dan hangt hem een boete boven het hoofd (§ 19 lid 1 sub 3 GüKG). § 7 lid 2 tweede zin GüKG bepaalt dat de begeleidende papieren overeenkomstig lid 1, eerste zin, sub 3 in plaats van door deze te overhandigen ook op andere manier toegankelijk gemaakt kunnen worden. Deze bepaling biedt derhalve de ruimte om in plaats van een papieren vrachtbrief een elektronische vrachtbrief te tonen.
Het “Bundesamt für Güterverkehr” (BfG) heeft desgevraagd laten weten dat een elektronische vrachtbrief aan deze voorwaarden voldoet. Op de website van het BfG is hierover onder andere de volgende informatie gepubliceerd:
„Für das Begleitpapier oder den sonstigen Nachweis ist eine bestimmte Form nicht vorgeschrieben. Der sonstige Nachweis kann auch in Form eines elektronischen Lesegerätes erbracht werden. Erforderlich ist jedoch in jedem Fall, dass sich aus dem Nachweis die im Gesetz geforderten Angaben ermitteln lassen. Wird der Nachweis in elektronischer Form erbracht, ist sicherzustellen, dass einem Kontrolleur die Daten in geeigneter Form, beispielsweise durch Einblick in die elektronischen Daten eines Lesegerätes, zugänglich gemacht werden können.“[20]
Vrij vertaald en samengevat: voor de begeleidende papieren is geen bepaalde vorm voorgeschreven. Het vereiste bewijs kan ook in de vorm van een elektronisch leesapparaat worden geleverd. Vereist is echter in ieder geval, dat uit het bewijs de wettelijke verplichte informatie blijkt. Indien het bewijs in elektronische vorm wordt geleverd, dient zeker te zijn dat de gegevens op een geschikte manier, bijvoorbeeld door inzicht in de elektronische gegevens van een leesapparaat, aan een controleur toegankelijk gemaakt kunnen worden.
Kortom, volgens het BfG voldoet een elektronische vrachtbrief die bijvoorbeeld op een tablet getoond wordt aan de vereiste voorwaarden. Daarentegen voldoet bijvoorbeeld het overhandigen van de gegevens op een USB – stick volgens het BfG niet aan deze voorwaarden.
Zover de door het BfG in Duitsland gepubliceerde informatie. Dat zegt uiteraard nog niets over de publiekrechtelijke vereisten die in andere landen van toepassing zijn. Een vervoerder die met een elektronische vrachtbrief door Europa wil reizen, doet er naar mijn mening goed aan om voor ieder land op de route vooraf te toetsen of de handhavende autoriteiten een elektronische vrachtbrief accepteren.
5.2 Civielrechtelijk
Hoe zit het dan civielrechtelijk? De vrachtbrief als onderdeel van het civiele wegvervoerrecht is in Duitsland in de bepalingen van het “Handelsgesetzbuch” (HGB) geregeld. Op grond van § 408 lid 3 HGB kan een elektronische vrachtbrief opgesteld worden, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden betreffen de echtheid en de integriteit van de elektronische vrachtbrief. § 408 lid 3 HGB bepaalt voorts dat het ministerie van justitie door middel van een zogenaamde “Rechtsverordnung” de details van de elektronische vrachtbrief nader kan regelen. De te regelen onderwerpen betreffen de details van het opmaken, het meenemen en het aantonen van de vrachtbrief alsmede de procedure om naderhand nog opmerkingen in te vrachtbrief op te nemen. Het ministerie van justitie heeft van deze mogelijkheid nog geen gebruik gemaakt.[21]
Zou een rechter in een gerechtelijke procedure in Duitsland een digitale handtekening als gelijkwaardig erkennen? Op grond van § 126 a BGB (Bürgerliches Gesetzbuch, het Duitse Burgerlijk wetboek) kan de wettelijk voorgeschreven schriftelijke vorm door de elektronische vorm worden vervangen, indien de opsteller zijn naam toevoegt en het elektronische document met een gekwalificeerde elektronische handtekening voorziet. § 126 a BGB implementeert gedeeltelijk de Europese Verordening (EU) Nr. 910/2014 van 23 juli 2014 betreffende de elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt.[22] Artikel 25 van deze verordening bepaalt kort gezegd dat het rechtsgevolg van een elektronische handtekening en de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel in een gerechtelijke procedures niet ontkend mogen worden enkel op grond van het feit dat de handtekening elektronisch is. Zou de elektronische handtekening op een vrachtbrief in een civielrechtelijke procedure in Duitsland dan toch worden erkend?
Naar mijn mening is dat niet het geval. De CMR is immers uniform recht en dient autonoom te worden uitgelegd. De CMR wordt derhalve niet op grond van het nationale of Europese recht uitgelegd. Artikel 5 lid 1 CMR bepaalt bovendien onder andere dat de vrachtbrief door de afzender en door de vervoerder wordt ondertekend. Volgens artikel 5 lid 1 CMR kan deze ondertekening worden gedrukt of vervangen door de stempels van de afzender en de vervoerder, indien de wetgeving van het land, waar de vrachtbrief is opgemaakt, zulks toelaat. Artikel 5 lid 1 CMR verwijst derhalve slechts voor het stempelen van de vrachtbrief naar de wetgeving van het land waar de vrachtbrief is opgemaakt, niet voor de handtekening.[23] Naar mijn mening moeten de betrokken partijen er derhalve rekening mee houden dat de elektronische vrachtbrief in een gerechtelijke procedure in Duitsland of een ander land, dat geen partij bij het e-CMR Protocol is, niet dezelfde bewijswaarde heeft als de papieren vrachtbrief.
6. Initiatieven op het niveau van de Europese Unie
Op 18 mei 2017 heeft het Europese Parlement een resolutie over het wegvervoer in de Europese Unie aangenomen. Daarin dringt het Europese Parlement bij de Europese Commissie aan om het gebruik van digitale technologieën op het gebied van het goederenvervoer te stimuleren. Onderdeel daarvan is het gebruik van papierloze en gestandaardiseerde documenten en de e-CMR.24 Op 17 mei 2018 hebben het Europees Parlement en de Europese Raad een voorstel gedaan voor een verordening inzake elektronische informatie over goederenvervoer.[25] Deze voorgestelde verordening betreft het introduceren van een juridisch kader voor digitale informatie-uitwisseling over de te vervoeren vracht.
Kortom, er is geen gebrek aan projecten en initiatieven om het gebruik van de digitale vrachtbrief te stimuleren. De toekomst zal wijzen of deze voornemens succesvol zijn.
Voetnoten
1. Artikel 2 lid 2 e-CMR Protocol.
2. Naast Nederland zijn de volgende landen lid van het e-CMR Protocol: Bulgarije, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Iran, Letland, Litouwen, Luxemburg, Moldavië, Rusland, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije en Zwitserland. België, Noorwegen en Zweden hebben het e-CMR Protocol ondertekend, maar zijn nog niet toegetreden, zie https://treaties.un.org/pages/ViewDetails.aspx?src=TREATY&mtdsg_no=XI-B-11-b&chapter=11&clang=_en
3. https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/03/05/papierloos-transport-in-benelux
4. Benelux Publicatieblad, Jaargang 2017, Nummer 2, Paginanummer 16, Gemeenschappelijke memorie van toelichting bij beschikking M(2017) van het Benelux Comité van Ministers betreffende een intra-Benelux proefproject met de digitale vrachtbrief, 1. Algemeen, sub b) Aanleiding voor het proefproject.
6. Artikel 1.1 Wet wegvervoer goederen.
7. Artikel 15 lid 2 Regeling wegvervoer goederen.
8. Artikel 15 lid 3 Regeling wegvervoer goederen.
9. Artikel 9 CMR.
10. Artikel 12 CMR.
11. https://www.iru.org/resources/newsroom/first-ever-border-crossing -use-e-cmr-electronic-consignment-note
12. Benelux Publicatieblad, Jaargang 2017, Nummer 2, pagina 8 e.v.
13. Artikel 9 lid 2 jo. 2 lid 1 van de Beschikking.
14. Artikel 2 lid 2 van de Beschikking.
15. Artikel 3 van de Beschikking.
16. Artikel 4 van de Beschikking.
17. Artikel 5 van de Beschikking.
18. http://aeolix.eu./living-lab-1-e-cmr/
19. Riemer in Knorre/Demuth/Schmid, Handbuch des Transportrechts, 2. druk (2015), B. II, aant. 205.
20. https://bag.bund.de/DE/Service/FAQs/FAQUnterthemen/Gueterkraftverkehr_faq_node.html.
21. Koller, Transportrecht, 9. druk (2016), § 408 HGB, aant. 1.
22. Palandt/Ellenberger, Bürgerliches Gesetzbuch, Kommentar, 78. druk (2019), § 126 a BGB, aant. 1.
23. Koller, Transportrecht, Kommentar, 9. druk (2016),
24. Resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2017 over het wegvervoer in de Europese Unie (PbEU 2018/C 307/19).
25. Proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on electronic freight transport information, COM (2018) 279 final.