Nieuwe EVOA

gericht op circulaire economie binnen Europese grenzen en extra streng voor afvaltransport erbuiten
  mr. Louisa Waalkes (advocaat bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten)  


De Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen[1]  (EVOA) is op 20 mei 2024 herzien. Op 11 april 2024 werd Verordening (EU) 2024/1157[2]  aangenomen, die een belangrijke wijziging betekent voor de bestaande Europese Verordening Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA). Deze nieuwe wetgeving brengt significante veranderingen in de manier waarop afvalstoffen binnen, naar en vanuit de Europese Unie worden getransporteerd. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen, het doel van de nieuwe regelgeving, en de impact op de praktische uitvoering van grensoverschrijdend afvaltransport. Hieruit komt naar voren dat afvaltransport tussen lidstaten van de Europese Unie vooral gericht is op het mogelijk maken van afvaltransport binnen de Europese grenzen met het oog op de circulaire economie, maar dat afvaltransport buiten de Europese grenzen aan een strenger regime onderhevig is.


Wat is de EVOA?

De EVOA is al sinds 1993 van kracht en heeft als doel om de overbrenging van afvalstoffen binnen de Europese Unie (EU), en tussen de EU en andere landen, te reguleren. De verordening beoogt schadelijke gevolgen voor het milieu te minimaliseren door strenge regels op te leggen aan de overbrenging van afval, en is daarmee een belangrijk instrument in de circulaire economie en afvalbeheer binnen de EU.


Wat verandert er met Verordening (EU) 2024/1157?

De nieuwe verordening, Verordening (EU) 2024/1157, heeft als voornaamste doel om de regels voor afvaltransport verder te harmoniseren, milieuschade door illegale afvalstromen te verminderen, en het toezicht op afvalstromen te verbeteren. Er zijn verschillende verduidelijkingen en wijzigingen aangebracht. Zo is de definitie van “illegale overbrenging” aangepast. Vóór de wijziging viel daar onder “een overbrenging van afvalstoffen die feitelijk niet met de kennisgeving of de vervoersdocumenten overeenstemt”. In het nieuwe akkoord is dat gewijzigd in: “een overbrenging van afvalstoffen op een wijze die niet in overeenstemming is met de informatie in het kennisgevingsdocument of in het vervoersdocument, of moet worden verstrekt in het vervoersdocument, behalve in geval van kleine schrijffouten in het kennisgevings- of vervoersdocument”. Daarmee is dus niet meer iedere fout in het document direct een illegale overbrenging. Enkele van de andere belangrijke wijzigingen zijn:

  1. Strengere controle op export naar niet-OESO-landen: De verordening legt nieuwe beperkingen op aan de uitvoer van afval naar landen buiten de OESO. Alleen herbruikbare materialen die in overeenstemming zijn met EU-standaarden mogen nog naar deze landen worden geëxporteerd. Hiermee wordt beoogd om de export van problematisch afval naar landen met lagere milieunormen te verminderen.
  2. Export van kunststofafval: Voor export van kunststofafval gelden straks extra regels. Voor kunststofafval dat valt onder de code B3011 geldt vanaf 21 mei 2026 een kennisgevingsplicht voor alle uitvoer uit de EU. Vanaf 21 november 2026 wordt geen export van kunststofafval meer toegestaan naar niet-OESO-landen. Wel kan vanaf 21 mei 2029 export weer toegestaan worden als het bestemmingsland hiervoor een verzoek indient bij de Europese Commissie. Het land moet dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. De Europese Commissie gaat zelf ook toezicht houden op de afvalexporten naar OESO-landen en actie ondernemen als dergelijke exporten milieuproblemen veroorzaken in het land van bestemming. 
  3. Digitale monitoring van afvaltransporten: Een belangrijk aspect van de nieuwe verordening is de invoering van een digitaal systeem voor het monitoren en traceren van grensoverschrijdende afvalstromen. Dit systeem moet zorgen voor een efficiënter en transparanter toezicht, en illegale praktijken ontmoedigen.
  4. Striktere handhaving: Lidstaten krijgen meer mogelijkheden om op te treden tegen overtredingen van de EVOA. Nationale autoriteiten krijgen meer bevoegdheden om inspecties uit te voeren en sancties op te leggen aan bedrijven die zich niet aan de regels houden.
  5. Wijzigingen aan Bijlage VII: Bijlage VII, het verplichte formulier dat gebruikt wordt voor het transport van groen lijst-afvalstoffen voor nuttige toepassing (informatieverplichting) binnen de EU, ondergaat enkele aanpassingen. Deze zijn bedoeld om de informatievereisten te stroomlijnen en aan te passen aan de digitale monitoring. De wijzigingen betreffen voornamelijk de verduidelijking van enkele velden en de vereisten voor het invullen van het formulier, om de consistentie en volledigheid van gegevens te verbeteren.


Wijzigingen in het Bijlage VII Formulier

Bijlage VII bij de EVOA bevat de vereisten voor het formulier dat wordt gebruikt bij grensoverschrijdende transporten van niet-gevaarlijk afval binnen de Europese Unie, de zogenaamd groene lijst-afvalstoffen die bestemd zijn voor nuttige toepassing. Dit formulier dient als begeleidend document bij het transport van afvalstoffen en bevat essentiële informatie over de aard van het afval, de betrokken partijen en het beoogde afvalbeheer. Onder de nieuwe EVOA-verordening zijn enkele wijzigingen doorgevoerd om het formulier beter te laten aansluiten op de nieuwe eisen voor digitale monitoring en transparantie[3] :

  1. Digitalisering van het formulier: Het nieuwe regime vereist dat het Bijlage VII-formulier in een digitaal format wordt ingevuld en beschikbaar gesteld. Dit draagt bij aan een betere tracering van afvaltransporten en maakt real-time controle door autoriteiten mogelijk. Papieren formulieren blijven echter in sommige gevallen nog toegestaan, maar de verwachting is dat de meeste lidstaten snel overgaan op volledige digitalisering.
  2. Uitgebreidere informatie over betrokken partijen: De wijzigingen vereisen dat er uitgebreidere informatie wordt verstrekt over de afzender, ontvanger en vervoerder van het afval. Dit omvat onder andere meer gedetailleerde contactgegevens, zoals e-mailadressen en telefoonnummers, om communicatie en toezicht te vergemakkelijken.
  3. Meer nauwkeurige beschrijving van het afval: De omschrijving van de afvalstoffen moet specifieker zijn. Dit betekent dat er nu nauwkeurigere informatie moet worden gegeven over de samenstelling, de oorsprong en de beoogde behandeling van het afval. De classificatie van het afval moet in lijn zijn met de Europese afvalcatalogus (EAC/Eural) en moet eventuele gevaarlijke eigenschappen duidelijk vermelden, zelfs als het afval niet als gevaarlijk wordt aangemerkt.
  4. Vereisten voor traceerbaarheid: In het kader van de versterkte controle op afvalstromen is er een nieuwe eis opgenomen voor traceerbaarheid van het afval. Dit houdt in dat er specifieke informatie moet worden ingevuld met betrekking tot de oorsprong van het afval (zoals de locatie van de productie) en het eindbestemmingspunt, inclusief de exacte locatie waar het afval zal worden verwerkt of gerecycled.
  5. Afvalbehandelingscode en beoogd verwerkingsproces: De nieuwe verordening legt extra nadruk op de behandelingscode (D- of R-code), die verwijst naar de specifieke verwerking (bijvoorbeeld verwijdering of recycling) van het afval. Er wordt nu verwacht dat bedrijven preciezer aangeven welk specifiek afvalbeheerproces wordt toegepast en hoe dit bijdraagt aan de circulaire economie.
  6. Bijwerken van informatie tijdens het transport: Het formulier moet gedurende het transport up-to-date worden gehouden, wat betekent dat eventuele wijzigingen in het transportplan of wijzigingen in de betrokken partijen onmiddellijk digitaal moeten worden bijgewerkt. Dit verhoogt de transparantie en voorkomt dat er tijdens het transport misbruik kan worden gemaakt van verkeerde of incomplete informatie.
  7. Versterkte verificatievereisten bij ontvangst van afval: Er is een verplichte bevestiging van ontvangst opgenomen. De ontvanger van het afval moet via het digitale systeem bevestigen dat de lading is ontvangen en moet specificeren of deze conform de beschrijving is geleverd. Dit helpt bij het voorkomen van discrepanties tussen de geplande en feitelijke afvalstromen.


De wijzigingen in het Bijlage VII-formulier onder Verordening (EU) 2024/1157 zijn voornamelijk gericht op het verbeteren van de nauwkeurigheid, traceerbaarheid en transparantie van grensoverschrijdende afvaltransporten. Dit sluit aan bij de bredere doelstellingen van de nieuwe EVOA, namelijk een verbeterd toezicht op afvalstromen en de vermindering van illegale afvalexporten. Bedrijven die zich bezighouden met afvaltransporten moeten zich voorbereiden op het werken met digitale systemen en op het verstrekken van meer gedetailleerde informatie over hun afvalstromen.

Deze veranderingen dragen bij aan de verhoogde controle en monitoring van afvaltransporten, wat uiteindelijk moet leiden tot een veiliger en duurzamer beheer van afval binnen Europa.

Uiterlijk op 21 mei 2026 stelt de Europese Commissie overeenkomstig artikel 80 van de gewijzigde EVOA een gedelegeerde handeling vast om de verordening aan te vullen met instructies voor het invullen van het Bijlage VII document.


Doel van de nieuwe EVOA

Het voornaamste doel[4] van de wijziging is om bij te dragen aan de circulaire economie door het bevorderen van het verantwoord hergebruik en de recycling van afvalstoffen, terwijl tegelijkertijd wordt opgetreden tegen illegale afvalstromen die het milieu ernstig kunnen schaden. Door strengere regelgeving en verbeterd toezicht streeft de EU ernaar om ervoor te zorgen dat afval niet langer wordt geëxporteerd naar landen waar de verwerking ervan schadelijk is voor mens en milieu. Dit moet de duurzaamheid van de afvalbehandeling verbeteren en de Europese Green Deal-doelstellingen ondersteunen.


Wordt het doel makkelijker bereikt?

Met de invoering van digitale monitoring en strengere handhaving lijkt de nieuwe EVOA inderdaad een stap in de goede richting om het doel van beter afvalbeheer en bescherming van het milieu te realiseren. Het nieuwe digitale systeem maakt het eenvoudiger om afvalstromen te volgen, waardoor inspecties efficiënter kunnen worden uitgevoerd en de transparantie toeneemt. Dit zou de naleving van de regelgeving moeten verbeteren en illegale overbrenging van afval moeten terugdringen.

Toch blijft de handhaving van de regels een uitdaging. De nieuwe verordening voorziet in betere middelen en mechanismen voor controle, maar het blijft afhankelijk van de inzet van de lidstaten om daadwerkelijk streng en consistent toezicht te houden. De nieuwe EVOA zet dus belangrijke stappen vooruit, maar de effectiviteit zal in de praktijk moeten blijken.


Meer of minder discussie over de definitie van afval?

Een punt van voortdurende discussie in de afvalregelgeving is de definitie van afval, en in het bijzonder wanneer iets ophoudt afval te zijn ("einde-afvalstatus"). De nieuwe EVOA verandert deze definitie niet direct, maar door de strengere regels rondom export en recycling zou de vraag naar een duidelijke afbakening van wat wel en niet als afval kan worden beschouwd verder kunnen toenemen. Verwacht wordt dat de discussies vooral zullen blijven draaien om de toepassing van deze definities in specifieke gevallen, met name in grensoverschrijdende contexten.


Inwerkingtreding

De Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) is op 20 mei 2024 herzien. 

Op basis van overgangsrecht verandert er echter weinig tot medio 2026. De bepalingen van de EVOA worden namelijk stap voor stap vervangen[5], op twee onderwerpen die wel direct van toepassing zijn na.

Direct van toepassing

1. Duidelijke afbakening tussen de EVOA en de sloopschepenverordening

De nieuwe EVOA is niet van toepassing op schepen die vallen onder de reikwijdte van de Verordening Scheepsrecycling (1257/2013). Uitzondering hierop: schepen met een EU-vlag, die binnen een gebied zijn dat onder de rechtsmacht van een lidstaat valt én wanneer deze schepen aan te merken zijn als gevaarlijke afvalstoffen en worden uitgevoerd naar niet-OESO landen, Antarctica of landen en gebieden overzee. In dat geval vallen de schepen onder het uitvoerverbod van artikel 39 van de EVOA. Dit geldt ook wanneer de bevoegde autoriteit van verzending redenen heeft om aan te nemen dat de schepen in het land van bestemming niet milieuhygiënisch verantwoord worden verwerkt.

2. Bilaterale overeenkomsten vervallen

Alle eventuele bilaterale overeenkomsten die lidstaten hebben, vervallen. Deze kunnen lidstaten wel (opnieuw) aanvragen.


2 jaar na ingang nieuwe EVOA;

Op 21 mei 2026 worden de meeste bepalingen van de herziene EVOA van toepassing:

• Kennisgevingen en de transportmeldingen moeten via het nieuwe digitale systeem ingediend worden. 

• Ook de transporten van niet-kennisgevingsplichtige afvalstoffen moeten gemeld worden via het digitale systeem. 


3 jaar na ingang nieuwe EVOA:

Vanaf 21 mei 2027 geldt:

Bij het buiten de EU brengen van afval moeten bedrijven ervoor zorgen dat het afval milieu hygiënisch verantwoord is verwerkt. Dit moet worden aangetoond middels een onafhankelijke audit welke bij de EU is opgenomen in een register.

De huidige derde landenverordening 1418/2007 vervalt. Vanaf deze datum is export naar derde landen alleen toegestaan als het importerende land is opgenomen in de 'Lijst van landen waarnaar de uitvoer van niet-gevaarlijke afvalstoffen uit de Unie voor nuttige toepassing is toegestaan'.

Na 3 jaar moeten alle overbrengingen zijn afgerond die met kennisgevingen zijn ingediend onder EVOA 1013/2006. Dat betekent dat alle verklaringen van verwerking moeten zijn ingediend, zodat deze dossiers worden afgesloten en bankgaranties worden geretourneerd. Voor overbrengingen die naar een verwerker met de status ‘vooraf goedgekeurde inrichting (VGI)’ zijn overgebracht, geldt een langere termijn van 5 jaar. Na 5 jaar vervalt bij die verwerkers ook de oude VGI-status. Voor die tijd kunnen bedrijven een nieuwe aanvragen indienen volgens de herziene EVOA. 


Conclusie: wat betekent dit voor de praktijk?

De nieuwe EVOA-verordening heeft als doel om het afvalbeheer binnen de EU te verbeteren door strengere controles en betere monitoring van afvaltransporten in te voeren. Dit betekent dat bedrijven die betrokken zijn bij de internationale handel in afvalstoffen zich moeten voorbereiden op meer administratieve eisen, vooral met betrekking tot digitale rapportage. De wijzigingen aan Bijlage VII zullen waarschijnlijk leiden tot enkele aanpassingen in de dagelijkse praktijk, maar zijn vooral bedoeld om consistentie te verbeteren en gegevens beter traceerbaar te maken.

In het algemeen belooft de nieuwe regelgeving de kwaliteit van afvalbeheer in Europa te verhogen, de illegale handel in afvalstoffen te verminderen, en bij te dragen aan de bredere Europese doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie.


                       
Voetnoten
 
1. Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen
2. Verordening (EU) 2024/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1257/2013 en (EU) 2020/1056 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1013/2006
3. Raadpleeg de Bijlage VII-informatie van Verordening (EU) 2024/1157
4. Zie onder andere (3) van de Overwegingen van Verordening (EU) 2024/1157: “De Europese Green Deal, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 11 december 2019, bevat een ambitieus stappenplan om de Unie om te vormen tot een duurzame, hulpbronnenefficiënte en klimaatneutrale economie. Daarin wordt de Commissie verzocht de Unievoorschriften inzake de overbrenging van afvalstoffen die zijn vastgesteld uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1013/2006, te herzien. In het nieuwe actieplan voor een circulaire economie, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 11 maart 2020, wordt verder benadrukt dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de overbrenging van afvalstoffen voor hergebruik en recycling in de Unie wordt vergemakkelijkt, dat de Unie haar afvalproblemen niet naar derde landen uitvoert en dat illegale overbrengingen van afvalstoffen beter worden aangepakt. Naast de milieu- en sociale voordelen kunnen daarmee ook de strategische afhankelijkheden van de Unie van grondstoffen worden gereduceerd. Om meer van de geproduceerde afvalstoffen in de Unie te houden, zal echter wel de capaciteit voor recycling en afvalbeheer moeten worden verbeterd. Zowel de Raad in zijn conclusies getiteld “Naar een circulair en groen herstel” van 17 december 2020 als het Europees Parlement in zijn resolutie van 10 februari 2021 over het nieuwe actieplan voor de circulaire economie hebben ook opgeroepen tot een herziening van de huidige Unievoorschriften inzake de overbrenging van afvalstoffen die zijn vastgesteld uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1013/2006. De Commissie is uit hoofde van artikel 60, lid 2 bis, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 bevoegd die verordening uiterlijk op 31 december 2020 aan een evaluatie te onderwerpen”.
5. Zie ook hoofdstuk 40.04.00, 26 Notities wijzingen bij voorschrift EVOA, Handboek VGEM, Douane voor bedrijven


                             
       





      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Nieuwe EVOA
      mr. Ron Laan (Partner en advocaat afvalstoffenrecht bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten) 20 november 2024


      Deel deze post
      Labels
      ArchiEF

      Lessen leren uit fraude in de logistiek