Brexit: The next chapter

Weg en Wagen 95 | Februari 2022 | Jaargang 36

Brexit blijft ook in 2022 voor de nodige uitdagingen voor VK en EU bedrijven zorgen. Om te voorkomen dat de bedrijfsvoering verstoord raakt door de nieuwe wet- en regelgeving, is het aan te raden om na te gaan wat de aard is van de problemen die uw bedrijf in het afgelopen jaar heeft ervaren. Zijn die problemen vooral gelegen bij de invoerformaliteiten en levert uw Britse leverancier de goederen onder de Incoterm DDP, dan is het raadzaam om een andere leveringsconditie te kiezen. Door zelf betrokken te zijn bij het invoerproces kunt u beter oplossingsgericht opereren indien zich een probleem voordoet.

Op 1 januari 2022 was het een jaar geleden dat het handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) in het kader van de Brexit in werking is getreden. Een kernonderdeel van dit handelsakkoord is het Border Operating Model (BOM), dat in drie fases importregels en grenscontroles voor het VK invoert. In 2021 is de eerste fase in werking getreden. Reeds deze eerste fase heeft een grote impact gehad op de dagelijkse bedrijfsvoering van bedrijven, en veel bedrijven ervaren tot op de dag van vandaag moeilijkheden. In dit nieuwe jaar staan bedrijven weer voor grote uitdagingen met de inwerkingtreding van de tweede fase van het BOM per 1 januari 2022, en van de derde en tevens laatste fase per 1 juli 2022.

Deze bijdrage gaat in op enkele problemen waar bedrijven als gevolg van de nieuwe wet- en regelgeving tegenaan lopen in het kader van de Incoterms en het attest van oorsprong en licht toe welke wijzigingen bedrijven in 2022 nog kunnen verwachten.

Problemen met DDP

Als gevolg van de Brexit en de daarmee gepaard gaande importregels en grenscontroles ervaren veel bedrijven moeilijkheden wanneer zij goederen kopen en verkopen in het VK. Veel EU bedrijven die voorheen zaken deden met het VK, waren (nog) niet bekend met invoer- en uitvoerformaliteiten. Ditzelfde geldt voor bedrijven in het VK.

Alhoewel het hoofddoel van het handelsakkoord is de handel tussen de EU en het VK te vereenvoudigen, worden bedrijven geconfronteerd met invoer- en uitvoerformaliteiten. De invoer in het VK respectievelijk de EU resulteert in de heffing van invoerrechten. Slechts onder specifieke voorwaarden kan gebruik worden gemaakt van een nultarief of verlaagd tarief. Dit laatste wordt ook wel een preferentieel tarief van invoerrechten genoemd.

Om het gebrek aan kennis van douaneformaliteiten op te lossen, maken steeds meer bedrijven gebruik van koerierdiensten die al dan niet tevens als douane agent optreden. Ook voor de koeriers zijn de regels uit het handelsakkoord echter nieuw, en dat resulteert in de nodige problemen in de praktijk. Enkele voorbeeld scenario’s uit de praktijk:

  • De goederen worden geleverd met een attest van oorsprong, maar de koerier laat na de goederen tegen een preferentieel tarief aan te (laten) geven bij invoer.

  • De goederen worden verkocht als zijnde van oorsprong, maar de leverancier laat na de goederen te leveren met een attest van oorsprong.

  • De goederen hebben een preferentiële oorsprong teneinde een preferentieel tarief te claimen, maar de koerier brengt alsnog invoerrechten in rekening bij de kopende partij en weigert de goederen af te geven voordat de invoerrechten zijn betaald.

Omdat veel EU bedrijven die voorheen zaken deden met het VK weinig kennis hebben van douaneformaliteiten, zijn zij met hun leverancier in het VK overeengekomen dat de levering plaatsvindt onder de Incoterm DDP (Delivery Duty Paid). Deze Incoterm lijkt voor in de EU gevestigde kopers een uitkomst: de Incoterm DDP betreft een maximale verantwoordelijkheid voor de verkoper door alle risico’s, plichten en kosten rondom het vervoer bij de verkopende partij neer te leggen. Een gevolg van deze Incoterm is dat de verkoper - in dit geval de in het VK gevestigde leverancier - de invoeraangifte moet (laten) verzorgen in de EU. Het is dan ook uitsluitend de leverancier die inzage heeft in invoeraangifte. Ofschoon veel bedrijven denken dat dit een gunstige keuze is, is het gebruik van deze Incoterm in de praktijk juist niet raadzaam voor handelstransacties tussen partijen in de EU en het VK.

Zoals in de hierboven geschetste scenario’s, zijn het veelal de invoerformaliteiten die problemen veroorzaken. De verantwoordelijke partij voor invoer is immers niet gevestigd in het land van invoer, en is over het algemeen niet bekend met de regels en procedures aldaar. Gaat er in de praktijk iets mis, dan ben je als koper volledig afhankelijk van de leverancier, nu dit de partij is die het contract houdt met de koerier. In alle bovengenoemde scenario’s leidt dit tot problemen, welke voorkomen kunnen worden indien de koper zelf verantwoordelijk is voor de invoeraangifte.

DAP is praktischer

Zoals aangegeven is het voor zowel partijen die goederen aan het VK verkopen, als voor partijen die goederen uit het VK kopen, niet verstandig om een overeenkomst aan te gaan onder de Incoterm DDP. In plaats daarvan kan een Incoterm worden overwogen waarbij de koper verantwoordelijk is voor de invoerformaliteiten. De koper kan dan zelf een douane agent inschakelen en ervoor zorgen dat het invoerproces soepel verloopt. Mocht er toch iets misgaan bij de invoer, dan heeft de koper inzage in de invoeraangifte en kan de koper zelf de douane agent aanspreken op basis van de tussen partijen gesloten overeenkomst.

Afhankelijk van het type goederen, de manier van verscheping en andere overwegingen kan worden gedacht aan de Incoterm DAP (Delivery At Place). Bij deze Incoterm is de verkoper verantwoordelijk voor alle uitvoerformaliteiten en zijn ook de daaraan verbonden kosten, rechten en heffingen voor zijn rekening. Het is echter de koper die de invoerformaliteiten in het land van bestemming dient te regelen en verantwoordelijk is voor de kosten, invoerrechtenrechten en heffingen. Door gebruik te maken van deze Incoterm is noch de koper, noch de verkoper, verantwoordelijk voor douaneformaliteiten in een land waarin hij niet gevestigd is.

Let op attest van oorsprong

Onder het handelsakkoord tussen de EU en het VK kunnen goederen van EU of VK oorsprong in beginsel zonder heffing van invoerrechten worden ingevoerd. Hiervoor is echter wel vereist dat wordt voldaan aan de in het handelsakkoord neergelegde oorsprongsregels. Het werken met oorsprongsregels is complex en het is daarom van belang u hierin te verdiepen[1], alvorens preferentiële oorsprong te claimen. Het ten onrechte claimen van een preferentieel tarief op basis van preferentiële oorsprong kan immers leiden tot fikse naheffingen en mogelijke boetes.

Preferentiële oorsprong onder het VK en EU handelsakkoord kan worden aangetoond door middel van een attest van oorsprong. Een attest van oorsprong is een verklaring van de exporteur dat de betreffende goederen voldoen aan de oorsprongsregels van het handelsakkoord. Deze verklaring wordt opgesteld op een factuur of een handelsdocument en kan vervolgens gebruikt worden bij invoer om preferentiële oorsprong te claimen.

In de praktijk blijkt dat (onwetende) leveranciers attesten van oorsprong afgeven voor door hen geleverde goederen, op basis waarvan een preferentieel tarief wordt geclaimd. Bedrijven die zich niet voldoende hebben verdiept in het handelsakkoord, denken nog weleens dat als zij producten leveren die uit het VK of uit de EU komen, zij automatisch voldoen aan de oorsprongsregels. Dit is echter te kort door te bocht. Hoewel producten die volledig zijn verkregen in de EU of het VK in beginsel als van oorsprong worden beschouwd, geldt voor producten die voor een deel uit materialen bestaan die niet van oorsprong zijn uit het VK of de EU dat specifieke bewerkingen moeten hebben plaatsgevonden, en dat zij slechts voor een bepaald percentage mogen bestaan uit niet van oorsprong zijnde materialen. Indien u er niet zeker van bent of de goederen waarvoor u een attest van oorsprong wilt afgeven van preferentiële oorsprong zijn, dan raden wij u aan geen oorsprongsverklaring af te geven zonder nadere validatie. Het ten onrechte afgeven van een oorsprongsverklaring wordt gezien als een strafbaar feit.

Tot slot is het van belang om op te merken dat de overgangsperiode bewijslast attest van oorsprong met ingang van 1 januari 2022 is geëindigd. Op grond van de overgangsperiode mochten exporteurs tot 31 december 2021 attesten van oorsprong voor uitvoer naar het VK opstellen op basis van leveranciersverklaringen die door de leverancier achteraf konden worden ingediend. Deze overgangsperiode is nu beëindigd, wat betekent dat exporteurs met ingang van het nieuwe jaar in het bezit moeten zijn van leveranciersverklaringen om de oorsprong aan te tonen.

Laatste invoeringsfase van BOM

Op 1 januari 2022 is de tweede fase van het BOM in werking getreden. Een belangrijke wijziging voor bedrijven is dat er onder meer een einde komt aan de uitgestelde douaneaangifte voor importstromen naar het VK. Om te voorkomen dat er teveel vertragingen aan de grens zouden ontstaan, heeft het VK Britse importeurs in 2021 toegestaan om een beroep te doen op de Regeling uitgestelde aangifte. Dit is per 1 januari 2022 niet meer mogelijk: een volledig ingevulde Britse invoeraangifte is verplicht. Hoewel deze wijziging met name van invloed is op Britse importeurs, kan dit ook relevant zijn voor in Nederland gevestigde bedrijven die goederen aan het VK leveren onder de Incoterm DDP.

Verder is vanaf 1 januari 2022 pre-notificatie verplicht. Pre-notificatie houdt in dat landbouwproducten en levensmiddelen (zowel dierlijke als plantaardige producten) door de importeur vooraf moeten worden aangemeld via het Britse ICT-systeem.

De laatste fase van het BOM, welke ingaat in juli 2022, ziet hoofdzakelijk op nieuwe regels voor dieren en dierlijke of plantaardige producten. Zo is er per deze datum voor meer landbouwproducten en levensmiddelen een gezondheidscertificaat of fytosanitair certificaat vereist en gaan op deze producten fysieke inspecties worden uitgevoerd.

                       
Voetnoten
1. Zie ook Oorsprong van producten na Brexit, Jan Willem van Gijzen, Weg en Wagen 93, juni 2021
                             
       





      h1, h2, h3, h4, h5 { font-weight: bold !important; } h1, h2, h3 { font-size: 18px !important; } h4, h5 { font-size: 16px !important; } Print Friendly and PDF
      Brexit: The next chapter
      Eline Mooring (Advocaat bij Kneppelhout advocaten) 22 februari 2022


      Deel deze post
      ArchiEF

      Meten is weten: het nieuwe milieulabel in de binnenvaart
      Weg en Wagen 95 | Februari 2022 | Jaargang 36