4. Verzekeringen voor de afzender
home / Verzekeringen / praktijkboek over verzekeringen in de logistiek / 4. Verzekeringen voor de afzenderDe afzender is de partij die opdracht geeft tot transport van de goederen. Voor de afzender zijn verschillende verzekeringen beschikbaar: de goederentransportverzekering, de seller’s and buyer’s interest-verzekering en de rejectionverzekering.
4.1 Goederentransportverzekering
De vervoerder is beperkt aansprakelijk voor schade aan de vervoerde goederen (zie 3.2). Ook zijn er situaties dat de vervoerder in het geheel niet aansprakelijk is, zoals bij overmacht of bijzondere risico’s (zie 3.1). Mede daarom is het van groot belang dat de ladingbelanghebbende zelf ook de goederen verzekert. Vooral bij lange reizen kunnen goederen beschadigd raken, bijvoorbeeld door (over)laden en lossen. Ook kunnen zich onverwachte gebeurtenissen voordoen. Het vervoerende roll-on-roll-offschip kan vergaan, de vrachtwagen kan betrokken raken bij een ongeval of de goederen kunnen gestolen worden gedurende de reis. De verzekering die deze schade dekt, is de goederentransportverzekering.
Wie is de ladingbelanghebbende?
De ladingbelanghebbende is meestal de afzender. Bij vervoer vanwege een handelstransactie kan het risico gedurende het vervoer overgaan van verkoper op koper. In dat geval wordt de geadresseerde onder de vervoer- overeenkomst de belanghebbende partij. Zie ook 2.2.
Begin en einde van de verzekerde reis
Alle goederentransportverzekeringen dekken ‘van pakhuis tot pakhuis’. Nauwkeuriger gezegd: het risico gaat in op het moment dat de goederen, die in het pakhuis of op de plek van verzending opgenomen worden voor de reis, vervoerd gaan worden. De dekking eindigt wanneer de goederen na het vervoer op de daartoe aangewezen plek in de loods of andere plek van inontvangstneming zijn geplaatst. Dit wordt ook wel de ‘stelling-tot-stellingclausule’ genoemd, omdat de verzekering ook de schade dekt die ontstaat bij handelingen in het magazijn in het kader van vervoer. Bijvoorbeeld als een medewerker in opdracht van de verzekerde een pallet met goederen met zijn vorkheftruck uit de stelling haalt, ermee naar de gereedstaande vrachtauto rijdt en de pallet per ongeluk van de lepels van de vorkheftruck laat vallen. Ook het interne transport in de loods van en naar de vrachtwagen valt dus onder de goederenverzekering.
Overigens doet de opslagnemer (degene die de goederen in opslag neemt) er goed aan een opslagverzekering af te sluiten ter dekking van het opslagrisico.
Dekking volgens Nederlandse en Engelse standaardpolissen Goederentransportverzekeringen worden in Nederland vaak afgesloten op basis van de Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006 (NBGP 2006). De tekst van deze polis is opgesteld door de Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs. De clausules in deze polis zijn genummerd met een letter en een cijfer. Deze clausules vormen een standaard, waarnaar ook andere polissen vaak verwijzen.
De NBGP 2006 bestaat uit een polisblad en voorwaarden.Op het polisblad staan de bijzondere gegevens van de dekking in. De polisvoorwaarden bevatten de algemene gegevens die voor veel in Nederland afgesloten goederentransport- verzekeringen gelden. Het komt ook voor dat het Engelse recht en/of Engelse condities (bijvoorbeeld de Institute Cargo Clauses - ICC) van toepassing zijn op een goederentransport- verzekering. Internationale handelstransacties worden vaak verzekerd op basis van de ICC. De clausules zijn opgesteld door de Joint Cargo Committee, waarin belangenbehartigers van verzekeraars en verladers zitting hebben.
4.1.1 Nederlandse Beurs-Goederenpolis 2006
Voor de NBGP 2006 bestaan enkele standaarddekkingsclausules, waarvan de belangrijkste zijn: de All Risks-clausule G13 en de Evenementenclausule G14.
All Risks-clausule G13
In de G13-clausule staat dat de verzekeraars alle verliezen van en materiële schades aan de verzekerde zaken vergoeden. In de clausule zijn echter beperkingen opgenomen, waardoor niet alle risico’s gedekt zijn en de term ‘All Risks’ dus enigszins misleidend is. Een van de belangrijkste beperkingen is dat de dekking alleen geldt voor fysieke schade aan de vervoerde verzekerde zaken.
De All Risks-clausule dekt bijvoorbeeld geen:
-
schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak;
-
schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde;
-
oorlogsrisico en stakersrisico. De uitsluiting voor oorlogsrisico en stakersrisico kunt u alsnog verzekeren door clausule M3 in de polis op te laten nemen.
Voorbeeld 1: niet-fysieke schade
Een zending kerstkaarten met de opdruk ‘Prettige kerstdagen en een gelukkig 2013!’ komt met een vertraging van meer dan twee weken aan in de haven van Rotterdam. Het transport heeft door tal van omstandigheden veel langer geduurd dan voorzien. Hierdoor kunnen de kerstkaarten pas op 22 december 2012 in de winkels liggen. Op dat moment hebben de meeste mensen hun kerstkaarten al verstuurd. De waarde van de kerstkaarten is daardoor enorm gedaald gedurende de verzekerde reis. Het betreft hier echter geen fysieke schade aan de kerstkaarten als gevolg van het transport. Ook al heeft een vertraging tijdens het transport geleid tot deze schade, valt de schade niet onder de All Risks-dekking.
Voorbeeld 2: schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak
Een zending appels vertoont bij aankomst duidelijke rottingsverschijnselen. Tijdens het transport is echter niets bijzonders gebeurd. Onderzoek wijst uit dat de appels bij aanvang van het transport een latente ziekte hadden. Bij aankomst waren ze eenvoudigweg ongeschikt om nog in de winkel te worden verkocht. Het transport heeft niet tot de rottingsverschijnselen geleid. De All Risks-dekking biedt hier geen uitkomst.
Voorbeeld 3: schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde
Een zending cd-spelers blijkt bij aankomst verdwenen. De verzekerde doet aangifte van diefstal. Na onderzoek door de politie komt vast te staan dat de verzekerde de cd-spelers zelf buiten het magazijn heeft gezet en dat de vuilnisman deze vervolgens heeft meegenomen en gedumpt op een vuilstortplaats. De schade is het gevolg van merkelijke schuld van de verzekerde zelf. De schade valt niet onder de All Risks-dekking.
Evenementenclausule G14
De dekking op basis van de Evenementenclausule G14 is beperkter dan bij de G13-clausule. De verzekeraars vergoeden onder clausule G14 alle schade en verlies van goederen door ongeval of brand van het vervoermiddel waarin de goederen zich bevinden. Wel moeten zij redelijkerwijs kunnen aannemen dat de brand of het ongeluk de schade of het verlies van de verzekerde zaken heeft veroorzaakt.
De verzekerde dient dit aan te tonen.
Net als bij clausule G13 is op grond van G14-dekking uitgesloten in geval van:
-
niet-fysieke schade
-
schade door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak
-
schade door merkelijke schuld, roekeloosheid of opzet van de verzekerde
-
oorlogsrisico en stakersrisico.
-
4.1.2 Institute Cargo Clauses (ICC)
Internationale handelstransacties worden vaak verzekerd op de voorwaarden van de ICC. De clausules sluiten aan bij Incoterms als CIF en CIP. Er zijn drie clausules:
-
Institute Cargo Clause (A): een uitgebreide dekking (vergelijkbaar met de Nederlandse All Risks-clausule G13). Alle materiële schade aan of verlies van verzekerde zaken is gedekt.
-
Institute Cargo Clause (B): een beperkte dekking (vergelijk-baar met de Nederlandse Evenementenclausule G14). Gedekt is schade of verlies door brand, explosie, stranden, zinken, kapseizen, aanvaring, van de weg raken, ontsporing, het lossen van de lading in een noodhaven, aardbeving, vulkanische uitbarsting, bliksem, averij grosse opoffering3, werpen en overboord spoelen, binnendringen van zee- en rivierwater en het totaalverlies van een collo door overboord raken of laten vallen tijdens laden en lossen.
-
Institute Cargo Clause (C): een zeer beperkte dekking voor brand, explosie, stranden, zinken, kapseizen, aanvaring, van de weg raken, ontsporing, het lossen van de lading in een noodhaven, averij grosse opoffering en werpen.
N.B.
Wanneer de verkoper op grond van de overeengekomen Incoterm verplicht is een verzekering af te sluiten, geldt deze verplichting voor tenminste een verzekering op basis van de Institute Cargo Clauses (C).
Dekking is op alle drie de clauses uitgesloten in geval van:
-
opzet door de verzekerde
-
normale lekkage, slijtage, gewichtsverlies
-
eigen gebrek
-
nucleaire oorlogswapens
-
vertraging
-
onvoldoende en/of een ondeugdelijke verpakking
-
schade of kosten door insolventie. Schade door oorlog en stakers kunt u verzekeren door de Institute War Clauses (cargo) en de Institute Strikes Clauses (cargo) op te nemen.
4.1.3 Premie
Bij goederenverzekeringen komt de premie op verschillende manieren tot stand:
-
Losse posten
Bij losse posten gaat het om een eenmalig transport, zoals een verhuizing. De premie is een promillage van de waarde van de te vervoeren goederen.
-
Declaratiepolis
De declaratiepolis wordt gewoonlijk gebruikt voor internationale zendingen en dan vooral bij vervoer over zee. De verzekeraar verplicht zich om de te vervoeren goederen gedekt te houden, eventueel binnen bepaalde geografische grenzen en tot een zeker maximumbedrag per vervoergelegenheid. De verzekerde moet de transporten declareren. Aan de hand van de declaraties berekent de verzekeraar de premie.
-
Pauschal- of afkooppolis
De pauschal- of afkooppolis dekt alle zendingen (met een maximumbedrag per vervoergelegenheid) tegen een vast, vooruitbetaald premiebedrag. Deze dekking geldt gedurende de genoemde looptijd en binnen bepaalde geografische grenzen. De verzekeraar stelt de premie jaarlijks vast aan de hand van de waarde van de in het lopende jaar vervoerde goederen (omzet). De pauschalpolis is niet geschikt voor vervoer over zee, maar wel zeer gangbaar bij wegvervoer.
-
Omzet- of naverrekeningspolis
Bij de omzet- of naverrekeningspolis brengt de verzekeraar aan het begin van ieder verzekeringsjaar een voorschotpremie in rekening. Aan het einde van het jaar vindt naverrekening plaats op basis van de omzet van de verzekerde in dat afgelopen verzekeringsjaar.
4.2 Seller’s en buyer’s interest
De seller’s interest-verzekering en de buyer’s interest- verzekering zijn veelal een aparte clausule in de polis.
Seller’s interest-verzekering
Deze verzekering dekt uitsluitend het belang van de verkoper in een specifieke situatie, bij levering van goederen onder bijvoorbeeld de Incoterms C&F of FOB. Bij deze leverings- condities reizen de goederen grotendeels voor risico van de koper. De verkoper heeft geen zekerheid dat de koper de goederen tegen transportschade heeft verzekerd. Als de koper weigert de volle koopprijs te betalen vanwege beschadiging of verloren gegane goederen, blijft de verkoper met een probleem zitten.
De seller’s interest-verzekering biedt hiervoor een oplossing. Dekking geldt alleen als de koper in geval van verlies of beschadiging van de goederen de koopprijs niet betaalt. De dekking is ten hoogste het bedrag dat de koper niet voor de beschadigde of verloren gegane goederen betaalt. De verzekering eindigt zodra de koper de koopprijs volledig heeft voldaan.
Als verzekeraars overgaan tot vergoeding, krijgen zij in ruil hiervoor de vorderingsrechten van de verkoper op de koper. Verzekeraars kunnen hierdoor de niet-betaalde koopprijs op de (onverzekerde) koper verhalen. Vaak verlenen verzekeraars geen automatische dekking. De verzekerde dient een transport waarbij hij dekking wenst dan vooraf te declareren.
De seller’s interest-verzekering is geen kredietverzekering. Deze verzekering geeft geen dekking tegen de eventuele insolventie van de buitenlandse koper. Er is ook geen dekking bij een verhindering van de betaling door overmacht of bij schade doordat documenten niet zijn opgenomen.
Buyer’s interest-verzekering
Het spiegelbeeld van de seller’s interest-verzekering is de buyer’s interest-verzekering. Deze verzekering dekt uitsluitend het belang van de koper die bestelde goederen vooruit heeft moeten betalen.
4.3 Rejectionverzekering
De rejectionverzekering komt vooral voor bij het internationale transport van consumptiegoederen. De belanghebbenden wensen niet alleen de normale transportgevaren, maar ook het risico van ‘rejection’ mee te verzekeren.
Rejection (letterlijk: afkeuring) is het risico dat de autoriteiten in het land van bestemming de goederen niet accepteren. De redenen kunnen zeer verschillend zijn. Als gevolg van rejection kan de vervoerder goederen niet afleveren, omdat invoer in dat land niet mogelijk is. Omdat er geen materiële schade aan de goederen is, geeft de goederentransport- verzekering hiervoor geen standaarddekking. Met de rejectionverzekering kunt u het risico wél dekken.
3 Averij grosse opoffering: bijvoorbeeld (een deel van) de lading overboord zetten om schip, opvarenden of de rest van de lading veilig te stellen.